Sociale ongelijkheid, duurzaamheid en voedselafval. Beladen onderwerpen. Hoe maak je van zware kost, toch iets vrolijks? "Met taart! Daar wordt iedereen blij van", zo dacht Jeanne van Ittersum. Ze richtte samen met Anton van Kooij en Bram Swartjes Trash’ure Taarten op; een bedrijf dat patisserie maakt van uitgesorteerd groente en fruit in samenwerking met mensen met een migratieachtergrond. 

Van Ittersum startte met Trash’ure Taarten in 2017 tijdens haar opleiding milieukunde aan de HAS Hogeschool in Den Bosch. “Ik wilde graag een bedrijf opzetten waarmee ik maatschappelijke impact kon maken. We vragen meer van onze aarde dan we zouden moeten doen, en dat baart me vaak zorgen. De effecten van food waste en de manier waarop we voedsel produceren, beïnvloeden het landschap en de leefomgeving. Niet zozeer direct bij jezelf om de hoek, maar vaak wel verder van huis. Kijk bijvoorbeeld naar de oorlog in Syrië. Die wordt vaak afgeschilderd als een oorlog om religie, maar in feite is de frictie daar gestart vanwege waterschaarste. Van de problemen rondom schaarste hebben overheid en religieuze groepen gebruik gemaakt.” 

Taart is toegankelijk

"In mijn studententijd las ik veel over de problemen rondom duurzaamheid en sociale ongelijkheid. Daar wilde ik wat mee. Ik koos voor het bestrijden van voedselverspilling. Hoe kun je aandacht vragen voor zulke grootse problemen en tegelijkertijd bijdragen aan de oplossing, zonder dat je mensen afschrikt? Het antwoord was 'taart'. We eten in Nederland veel gebak; op werk, thuis, tijdens iedere viering. Taart is toegankelijk en iedereen houdt ervan. Omdat we taart maken van ingrediënten die anders zouden worden weggegooid, draagt iedereen binnen ons bedrijf zijn of haar steentje bij om voedselverspilling tegen te gaan.” 

Duurzaam én sociaal

Duurzaamheid is niet de enige pijler waar ze zich bij Trash’ure Taarten op richten. Het bedrijf wil namelijk ook sociale impact maken. Dat doen ze door samen te werken met mensen met een migratieachtergrond, die elders niet aan het werk komen door – onder andere – een taalachterstand. “Vaak worden mensen met een migratieachtergrond niet aangenomen omdat hun Nederlands gebrekkig is. Natuurlijk zorgt dat voor uitdagingen, maar ik ben ervan overtuigd dat werken in een Nederlandstalige omgeving deze mensen juist het beste helpt om de taal wél te leren.”

Taal leer je op werk

Het team van Trash'ure Taarten werkt in groepjes. Iedereen in de groep is op een ander moment gestart. De taalontwikkeling binnen de groep is dus op verschillende niveaus waardoor ze elkaar kunnen helpen. Van Ittersum: "We stellen maar één voorwaarde aan nieuwe werknemers; je komt minimaal een halve dag per week werken, met de intentie om op te bouwen naar meerdere dagen. We geven onze werknemers korte instructies, waarna ze direct praktisch aan de slag gaan. Ik geloof dat taalbeheersing echt ontwikkelt doordat je moet luisteren en daarna meteen handelen. In de tijd dat mensen bij ons werken gebeurt er van alles; ze leren beter Nederlands spreken en ontwikkelen arbeidsvaardigheden en doen ervaring op met de Nederlandse werkcultuur. Tegelijkertijd leren wij ook veel meer over hun achtergrond.”

Onregelmatige toevoer

Wanneer impact maken het voornaamste doel is van je bedrijf stuit je ook op veel complexe problemen, vertelt Van Ittersum verder. “Een omzetgedreven bedrijf koopt producten in wanneer ze het nodig hebben in de precieze aantallen die ze verwachten te gebruiken. Wij zijn afhankelijk van partijen die overgebleven eten aan ons leveren. Er is vaak geen peil op te trekken en het zorgt ervoor dat we altijd creatief moeten zijn. Na Sinterklaas kregen we bijvoorbeeld een ton aan pepernoten aangeboden. Retailers wilden het niet meer. Dan gaan we op zoek naar iets dat daar goed bij past qua smaak, zoals sinaasappels – maar die moet je dan ook maar net ergens zien te vinden.”

Pompoencake in mei

“We moeten vaak aan klanten uitleggen dat niet zomaar altijd alles beschikbaar is. Wij werken bijvoorbeeld nauwelijks met chocola; een ingrediënt dat vaak niet op duurzame of ethische wijze wordt geproduceerd. Soms hebben we juist wel een bepaald product in overvloed, zoals pompoen, maar staat het mensen tegen om in de lente pompoencake te eten. Het beste wat je kunt doen is dan het hele verhaal uitleggen. Waarom is iets er wel, waarom het ander juist niet. Gelukkig zijn steeds meer mensen bezig met duurzaamheid. Toen we vier jaar geleden begonnen was dat nog anders. Toen vonden mensen het een gek idee om ‘afval’ te eten.” 

Netwerk voor food waste

“Onze manier van werken kost veel tijd. Ik ben uren bezig met het coördineren van de producten die binnen komen, het zoeken naar duurzame verpakkingen en we leiden ons personeel zelf op. Dat betekent niet alleen dat we ze leren bakken; we leggen ook de principes rond circulariteit en duurzaamheid uit. Ik hoop dat steeds meer bedrijven vanuit impact gaan opereren. Het is niet makkelijk, omdat de grotere systemen er nog niet op zijn ingericht. Maar alleen wanneer genoeg bedrijven meedoen, wordt structurele verandering teweeg gebracht. In een ideale wereld zou de keten rondom overgebleven voedsel veel flexibeler zijn, zodat we met z’n allen de input en output van eten beter kunnen stroomlijnen.”