In het Belgische Koksijde wordt al ruim 500 jaar het vak van paardenvisser beoefend. Een eeuwenoud ambacht waarbij vissers met paarden de zee in trekken om garnalen te vissen. Food Inspirations hoofdredacteur Maaike de Reuver en videograaf Nina Slagmolen gingen een dag mee op pad, en waren geraakt door de harmonie tussen mens en natuur.
Het is vroeg in de ochtend als wij in Koksijde arriveren. Het Belgische kustdorpje is nog in diepe rust. Los van een enkele vroege vogel op het strand is er niets of niemand te zien. Het ruisende geluid van de zee is het enige geluid dat we horen. Het is alsof de zee zich klaarmaakt voor een nieuwe dag waarin de natuur zal versmelten met een eeuwenoud ambacht dat enkel en alleen nog in dit kleine dorpje wordt beoefend: het 500 jaar oude ambacht van de paardenvissers.
Enkele minuten later komen we aan bij een weiland waar twee paarden liefdevol op ons afstappen. Achter een schuurtje zien we een man opduiken, hij stelt zich voor als Johan Vanmassenhove. De man zadelt zijn paard, bevestigt een wagentje achter het dier en stapt in alle rust met paard en wagen langs ons heen - op weg naar het strand. Even later komen ook de twee paardenvissers aan waar we vandaag mee hebben afgesproken. Kris Vermote en Nele Bekeart zadelen hun paarden en vertrekken net als Johan met hun beesten richting de kust.
Johan, Kris en Nele zijn drie van de 16 zogenoemde paardenvissers. Regelmatig trekken zij met hun paarden de zee in om garnalen te vissen. Dit ambacht werd vroeger veelvuldig beoefend op de stranden van België, Noord-Frankrijk, Zuid-Engeland en Nederland. Anno 2021 zijn de Belgische dorpjes Koksijde en Oostduinkerke nog de enige plekken ter wereld waar de visserij te paard plaatsvindt. Het ambacht is door Unesco opgenomen als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de mensheid.
Aangekomen bij het strand ontkoppelen de paardenvissers de karren, en klimmen op de ruggen van de dieren, waarna ze langzaam de zee in stappen. Het weer is grijs, waardoor het onderscheid tussen zee en lucht moeilijk waar te nemen is. Daardoor lijkt het net alsof de paarden en hun vissers opgeslokt worden in de grote grijze massa die natuur heet.
Een uur lang trekken de paarden door de zee. Visnetten slepen achter hen aan. Na het uur keren de paardenvissers terug naar het strand, waar ze hun netten legen en de garnalen scheiden van de bijvangst. De garnalen worden in het zeewater gewassen en in emmers op de karren geladen. De overige vangst wordt teruggegeven aan de natuur. De kleine visjes en zeediertjes blijven liggen op het wad, waar meeuwen zich tegoed doen aan deze zilte lekkernijen. Een toerist probeert nog een visje van de ondergang te redden door deze op te pakken en terug in zee te gooien, maar de natuur blijkt weerbarstiger dan de mens. Nog voordat het visje het zeewater raakt, is deze al uit de lucht gegrist en opgeslokt door een hongerige zeemeeuw.
Stapvoets keren de paardenvoeten weer terug naar hun stal. Voor paard en meester zit de taak van vandaag er bijna op. Aangekomen bij de stal worden de paarden ontdaan van alle bepakking. De dieren worden gewassen en verzorgd en krijgen een paardenmaal als beloning voor het harde werk. Ook voor de paardenvissers rest er nog een maaltijd: de gevangen garnalen worden gekookt en gepeld, waarna ze door visser en familie worden gegeten. Ook wij mogen een hapje mee eten. Versere garnalen hebben we nog nooit geproefd. En met het beeld van de paardenvissers in de zee nog op ons netvlies smaken deze garnalen nóg lekkerder.
De schoonheid van dit eeuwenoude vak van de paardenvissers ontroerde mij. Nooit eerder heb ik ervaren dat een foodambacht zo in harmonie kan zijn met de natuur. Nooit eerder zag ik zoveel faunaliefde in de ogen van een visser. En nooit eerder realiseerde ik mij zo goed dat we dieren nodig hebben om dieren te vangen, en dat wij als mens zowel ván als mét de natuur leven.
Enkele weken na ons bezoek aan Koksijde bereikt ons het trieste bericht dat Johan is overleden. Na een vangst op zee, stopte het hart van de paardenvisser met kloppen. Hij stierf op de weg terug naar huis; zijn paard liep verder en bracht zijn overleden baasje thuis.