Proeflokaal De Druif op het Rapenburgerplein is misschien wel de oudste kroeg van Amsterdam. Onlangs kreeg het iconische bruine café, na tien jaar, nieuwe eigenaren. Horecaondernemers Xander Waller en Jasper Gottlieb waren zelf stamgast voordat ze De Druif overnamen. “Ons doel was dat De Druif, De Druif zou blijven.”
Het bruine café verdwijnt uit het straatbeeld. 'Zonde', vindt redacteur Lisa Appels, geboren in de Amsterdamse Jordaan en opgegroeid met een voorliefde voor de bruine kroeg. Reden voor een portretserie.
Ik ontmoet Waller en Gottlieb op een druilerige ochtend in hun nieuwe - oude - café, dat ze begin dit jaar samen met vrienden Wout Meulemans en Fons Lagendijk overnamen. De Druif bestaat al sinds 1631 en is samen met een handjevol andere bruine kroegen verwikkeld in een strijd om de titel ‘oudste kroeg van Amsterdam.’ Gottlieb: “Dit is een iconische plek. Bijna iedereen die ik ken heeft wel een goed verhaal over toen ze een keer in De Druif waren.”
Van hip restaurant naar buurtkroeg
Waller en Gottlieb zijn geen onbekenden in de Amsterdamse horeca. Waller is mede-eigenaar van Restaurant Entrepot en het onlangs geopende Café Restaurant Metro. Beide concepten zette hij - samen met compagnons - van scratch af op. Het overnemen van een kroeg die al sinds 1631 onder dezelfde naam bestaat, was dus even andere koek.
Gottlieb is meer een alleskunner, zo werkte hij als tv-presentator bij verschillende programma’s over eten (De worsten van Babel, Wat maak je me nou), was hij curator bij een museum (LAM), host hij een podcast over voetbal, en heeft hij een praatprogramma op AT5 over Ajax (studio Jaxie). Maar naast al die werkzaamheden, bleef horeca ook een grote liefde. Zo werkte hij jaren bij Restaurant Rijsel in de bediening en ook bij Xander’s Entrepot, dat om de hoek ligt van Café De Druif.
Gottlieb: “Na sluitingstijd gingen we vaak nog even een biertje drinken bij De Druif. We kenden de vorige eigenaar Ron van Drecht goed. Terloops informeerde ik weleens wat zijn plannen waren als hij wilde stoppen.” Waller: “Ik heb Ron ook een keer heel direct gezegd dat wij wel interesse hadden, mocht hij ermee willen stoppen.”
De Druif blijft De Druif
In 2022 was het zover. Van Drecht wilde de kroeg waar hij ruim tien jaar achter de toog stond verkopen. Al snel raakten Waller en Gottlieb met de ondernemer in gesprek. Gottlieb: “Voor Ron was het belangrijk dat De Druif zoveel mogelijk hetzelfde zou blijven. Geen muziek, hetzelfde interieur en dezelfde fijne huiskamer voor stamgasten die hier al tientallen jaren komen.” Waller: “We hebben er geen contractuele afspraken over gemaakt, maar wel met de hand op ons hart beloofd dat De Druif, De Druif zou blijven.” Gottlieb: “Een belangrijk onderdeel van het feit dat wij het mochten overnemen, is dat we hier ook zelf achter de bar gingen staan.”
De bruine kroeg staat onder druk
Het bruine café vormt van oudsher dé sociale ontmoetingsplek van stadsbuurten en dorpspleinen, waar onder het genot van een pilsje het leven wordt besproken. Maar de bruine buurtkroeg – met Perzisch tapijt en hardgekookte eieren op de bar – verdwijnt uit het straatbeeld. Het aantal traditionele cafés is de laatste tien jaar met ruim een derde gedaald. Volgens Koninklijke Horeca Nederland (KHN) komt dat onder meer doordat deze kroegen concurrentie krijgen van ‘hippere’ cafés. Steeds meer iconische plekken sluiten de deuren. Toch lijkt er ook een trend te zijn onder jongeren in de stad, die verlangen naar simpele horeca, waarbij de bruine kroeg steeds meer aantrekkingskracht heeft.
“Waarom is het zo belangrijk dat het café hetzelfde blijft?", vraag ik de twee ondernemers terwijl we vanaf onze tafel uitkijken over de Nieuwe Herengracht en het Entrepotdok. Waller: “Iedere keer als ik hier binnenkom en de houten vaten langs de muur zie geeft dat een magisch gevoel – al helemaal op een regenachtige dag als vandaag.”
“In Amsterdam zijn er de laatste jaren veel hippe tenten bijgekomen, plekken waar wij ook graag komen. Maar soms is een vertrouwde plek, waar je een simpel biertje drinkt en een portie ossenworst bestelt, net zo fijn,” vult Gottlieb aan. “Ik vind het mooi dat hier veel verschillende mensen samenkomen: verstokte stamgasten, studenten en gezinnen. Door zelf veel achter de bar te staan en met mensen te praten, kan ik ook connecties tussen anderen faciliteren.”
Onderbuikgevoel
Hoewel er in essentie niets is veranderd, zijn er natuurlijk wel wat kleine aanpassingen gemaakt, toen de jonge ondernemers De Druif overnamen. De bar werd iets breder, de elektra werd futureproof gemaakt en er kwam weer (natuur)wijn op de kaart. Gottlieb: “Op hele oude foto’s zagen we dat er vroeger ook wijn achter de bar en in de vensterbank stond, dus voelden wij ons er ook senang bij wijnen terug op de kaart te zetten. Uiteraard wel voor een schappelijke prijs.”
De Druif voor en van iedereen
De vraag is volgens Gottlieb dan ook: “Wanneer is iets authentiek? Door de jaren heen, heeft iedere nieuwe eigenaar het zich hier natuurlijk eigen gemaakt. Wij doen niet alles exact hetzelfde als Ron, maar de veranderingen die worden gemaakt zijn optimalisaties. Beslissingen maken we op ons onderbuikgevoel; er zijn geen regels over wat hier wel en niet past; het moet gewoon goed voelen.”
Dat Gottlieb, Waller, Meulemans en Lagendijk met de overname onderdeel zijn geworden van een lange geschiedenis, maakt het werk extra leuk. Gottlieb: “We hebben ons verdiept in de geschiedenis van De Druif en de vorige eigenaren. Op een van de muren hebben we een wandje gemaakt met foto’s van alle kroegbazen die hier na de Tweede Wereldoorlog achter de toog hebben gestaan.
Waller: “Ook krijgen we steeds meer oude kroegverhalen en weetjes te horen. Zo is de trapleuning naar de vide gemaakt van een oud bedframe van een oude stamgast. Veel mensen komen langs met foto’s van vroeger en andere memorabilia; zoals oude shotglaasjes met De Druif erop. Daar hebben we gelijk nieuwe van laten maken.”
Gottlieb: “De Druif is een plek voor en van iedereen. Het voelt alsof wij er nu even op mogen passen. Dat we nu een kleine schakel zijn in de lange geschiedenis van De Druif, geeft een heel rijk gevoel.”