Er is steeds meer aandacht voor nieuwe initiatieven in de landbouw. Overal duiken nieuwe ideeën op, van kleine lokale projecten tot grootschalige ondernemingen. Allemaal met één gemeenschappelijk doel: samenwerken met de natuur. Maar er is een olifant in de kamer die we vaak negeren: grondeigendom. Waarom dit een maatschappelijk probleem is en hoe we het kunnen oplossen legt regeneratieve boer Jaap Fris uit in deze column.
In 2022 startten rookie-boeren Jaap Fris en Niels Moshagen met hun droom: een regeneratieve gemeenschapsboerderij. Zonder agrarische ervaring, maar met een gezonde dosis ondernemersdrift en lef, storten de twee zich in dit nieuwe avontuur op boerderij Erve Kiekebos in het Gelderse Empe. “We willen de afstand tussen boer en bord kleiner maken”, aldus Fris. Dit jaar geeft hij op Food Inspiration iedere maand een uniek inkijkje in het boerenleven.
De olifant in de kamer: grondeigendom
Ooit was land van iedereen of van niemand. Tegenwoordig is het voornamelijk in privébezit, omgeven door hekken en een bron van winst. Dat heeft grote gevolgen voor alle mooie doelen van agrarische vernieuwers, en niet te vergeten voor de inkomsten van boeren, die vaak ontoereikend zijn.
Veel grondeigenaren verpachten die grond namelijk voor flinke bedragen en leven van de opbrengsten. De gemiddelde prijs voor een hectare in de Flevopolder ligt al boven de €180.000,-. Dit leidt tot een kloof tussen grondeigenaren en degenen die het land bewerken of gebruiken, een kloof die alleen maar groter wordt. Boeren moeten steeds sneller rendement zien te behalen, omdat pachtcontracten kort zijn en grondprijzen hoog en stijgend zijn. Om meer winst te maken, grijpen ze vaak naar externe middelen zoals pesticiden en herbiciden, wat alleen op korte termijn werkt en de grond uiteindelijk uitput.
Als we echt willen investeren in het herstel van ecosystemen op de lange termijn, niet alleen voor de volgende generatie maar ook voor die daarna, moeten we dus serieus naar het grondeigendom kijken. Het is een cruciale stap voor een duurzamere toekomst in de landbouw.
Grond wordt alsmaar duurder en de consument betaalt mee
Terwijl er steeds meer geld in omloop komt, blijft de hoeveelheid grond op onze aarde hetzelfde. Daardoor schiet de prijs van grond omhoog. Nu zou je denken dat de prijzen van onze gewassen ook evenredig zouden stijgen met de grondprijzen. Maar dankzij flinke subsidies en de industrialisering van de landbouw blijven die prijzen relatief laag en stijgen ze niet evenredig mee. Toch betaalt de consument indirect wel mee aan die prijsstijgingen, door middel van het betalen van belastingen, die worden omgezet in boerensubsidies.
'Het stijgende prijskaartje van grond is niet alleen een zorg voor boeren, maar een maatschappelijk vraagstuk dat ons allemaal raakt'
Het stijgende prijskaartje van grond is daarmee niet alleen een zorg voor boeren, het is een maatschappelijk vraagstuk dat ons allemaal raakt. Omdat de grondprijzen maar blijven stijgen, wordt het namelijk steeds lastiger om landbouwgrond te kopen. En aangezien we allemaal afhankelijk zijn van die grond voor onze voedselvoorziening, is dit een kwestie die ons allen aangaat.
Hoe lossen we die maatschappelijke puzzel op? Simpel: door grond uit de handel te halen. Maar als grond niet meer wordt verhandeld op de markt, moeten we een andere manier bedenken om het eerlijk te verdelen. En daar komen nieuwe vormen van eigendom om de hoek kijken.
De gemeenschap als eigenaar
Zo'n nieuwe vorm van eigendom van land is door te werken met commons, stukken grond die worden beheerd door een groep mensen die samen afspraken maakt. Het doel? Zorgen dat het gemeenschappelijke goed behouden blijft, of zelfs beter wordt, zodat ook toekomstige generaties ervan kunnen profiteren.
Vroeger werden die 'gemene gronden' gebruikt door kleine boeren en arbeiders. Ze hadden het recht om er voedsel op te verbouwen, te jagen, materialen te verzamelen - allemaal na een lange strijd met de landeigenaren. Zo kregen ze een stukje onafhankelijkheid. Lenteland past deze commons-gedachte toe door iedereen die betrokken is bij de boerderij een stem te geven in de ontwikkeling ervan. De grond is niet in handen van de boer alleen, maar van een coöperatie waar iedereen lid van kan worden. Zo blijft de grond, ongeacht wat er met de boer gebeurt, gewijd aan het produceren van vers voedsel voor de gemeenschap.
Word grootgrondbezitter
Op mijn eigen bedrijf, Erve Kiekebos, zijn we gestart met de campagne Groot Grond Bezitter. Een campagne om de discussie rondom het bezit van grond aan te zwengelen. En vooral ook om te laten zien dat er een goede oplossing is in nieuwe vormen van grondbezit. Wij geloven in lokaal, samen en rendement voor de gemeenschap. En het werkt. Iedere dag groeit de boerderij en steeds meer gezinnen genieten van onze verse groenten uit de tuinderij. De komende jaren blijven we investeren in het landschap, in duurzame recreatie en in de verwerking van producten van ons land en die van lokale collega's.
Om die positieve verandering door te zetten, hebben we de burgers, kleine grootgrondbezitters, keihard nodig! We beheren 18 hectare landbouwgrond. Wie een stukje Kiekebos koopt, kan samen met ons grote impact maken. Vanaf €500,- kun je al mede-eigenaar worden. Koopje toch? ;-)
Lees hier de vorige column van Jaap Fris over hoe de voedingsindustrie ons ziek maakt »