Het Vlaamse horecalandschap is ondenkbaar zonder de talrijke volkscafés die er deel van uitmaken: het zijn alledaagse oorden van verpozing, vermaak en ontmoeting. Voor een korte babbel, een snelle pint of voor een avondje plezier. Van dokwerker tot notaris zo de mythe wil. Als Brusselaar ben ik gezegend: mocht ik het willen, lacht elke avond van de week een fris ‘boerke’, pittige negroni of een deugddoende geuze me toe. Maar de sector heeft het zwaar.
Wim Ballieu is een bekende tv-kok en horecaondernemer. In 2012 opende hij zijn eerste Balls & Glory-restaurant, dat de traditionele gehaktbal centraal stelt op het menu. Ballieu schrijft voor Food Inspiration scherpe opinies en over zijn ervaringen als horecaondernemer.
De Laboureur, ‘Den Archiduc’, of een half-en-half in de Cirio. Of als het wat fancier mag: Bar Richard op de Zavel of het legendarische Café Belga op Flagey. Ik voel me overal thuis, welkom ook. Soms raak ik overmand door nostalgie, dan doet de geur van een picon (bittertje, red.) me denken aan de tankbeurten met m’n grootvader. Het waren de jaren 80. Net aan de Franse grens bezochten we een combinatie van een tankstation en een bruin café. Altijd een mooie uitvlucht om te gaan dubbel-tanken op zondag bij de rondborstige café-bazin. Maar helaas, we zullen het steeds vaker moeten doen met de herinneringen van vroeger. Vandaag de dag sluit elke week wel ergens een volkscafé zijn deuren, zoals laatst nog De Monk in Brussel.
Volks versus elitair
Het volkse karakter van onze cafés dreigt weg te glippen uit onze vingers. Er heerst momenteel een revival van hippere bruine cafés, waar fancy longdrinks en barfood het verdienmodel reanimeren. Vaak gaat dat ten koste van de democratische prijzen en laagdrempeligheid die zo kenmerkend zijn voor de cafécultuur. Bruine lambrizering, sanseveria's en caféspaarkassen maken plaats voor perennial blue, vissengraat-palm en oranje wijn. Het zorgt ervoor dat het voelt alsof het cafébezoek veel duurder is geworden. Gaan we daardoor op zoek naar goedkopere alternatieven? Thuis, in de omgebouwde mancave, met drank uit de supermarkt?
Facts & figures
-
Het aantal cafés in Vlaanderen daalde met ruim 32% tussen 2013 en 2023.
-
In totaal verdwenen er 2.739 cafés, ofwel ongeveer één café per werkdag. Er zijn nu nog 5.763 cafés over.
-
In 46 gemeentes halveerde het aantal cafés zelfs in de laatste tien jaar.
-
Er is wel een verschuiving richting meer restaurants. In dezelfde periode steeg het aantal eetgelegenheden in Vlaanderen met 3,8% tot 15.550, daar zitten voor een deel bestaande cafés bij die meer eetgelegenheid zijn gaan bieden.
*bron: De standaard, 22 september, Stijn Decock
Is de ochtend de nieuwe avond?
Cafés zijn een kenmerkend onderdeel van het nachtleven. Hoewel...Café Willen Is Kunnen, het bruine café dat recht tegenover de slagerij van mijn ouders in Gent was gevestigd, liet in de jaren 90 synchroon de rolluiken omhoog rollen met die van onze slagerij: steevast om half 8 in de ochtend.
Feit blijft dat je een verschuiving ziet van avond- en nachtactiviteit naar de ochtend en middag. Met het verdwijnen van veel traditionele 9-to-5 jobs verdwijnen ook stilaan de lunchpauzes en afterwork-drinks uit het cafe- en straatbeeld. Daarmee zou je kunnen stellen dat de ochtend de nieuwe avond wordt. Van all night long, naar all day long. Dat geldt voor gasten, maar ook voor medewerkers. Avond- en nachtwerk wordt zelfs bij flexi-jobbers steeds minder populair. Die verkiezen liever een day-job in de beenhouwerij of bij de bakker boven dat van een avond beunen in de horeca.
Koffie als het nieuwe bier
De omslag van deze uren lijkt ook een invloed te hebben op het aanbod: de dubbele espresso is het nieuwe pintje, de iced koffie de nieuwe ‘limonat’, en de specialty coffee heeft de plaats van het speciaalbier deels ingepalmd. En de uitnodiging voor een koffie en bijpraat-babbel, een koffiepauze, of een externe koffie-meeting zijn al lang niet meer voorbehouden voor gepensioneerde koffietrienen. De koffiebar heeft stap voor stap de sociale functie van het café overgenomen. Ze zitten boordevol studenten en laptopwerkers, maar ook de 50-plusser heeft stilaan zijn keuze gevonden in het wirwar van exotisch aanbod en heeft vrede gesloten met een leven zonder ‘potje advocaat’ en is gaan houden van een stukje amandelbrownie als plaatsvervanger van zijn delacre-koekje.
“We zijn vergeten hoe te genieten van de eenvoudige dingen”
Royco minute soep & droge worstjes
De ‘willen is kunnen’-tooghangers hadden steevast na hun 3e pintje - omstreeks 10u in de ochtend - een craving naar de droge worstjes uit mijn vaders slagerij. Rond de middag was de krabsalade in trek, aangevuld met de royco-minute-soep uit het café. En tegen de vooravond mochten de recent ter ziele gegane zakjes piratochips eraan geloven.
Lunchen doen we steeds minder met een vlees-groenten-aardappel-dagschotel met wijntje of biertje. Avocado-toast en havermoutbowls zijn zo ingeburgerd als een spaghetti en croque in de jaren 80. Het aanbod wijzigt snel en verliest veel van zijn eenvoud en authenticiteit. Bovendien gaat het vaak ten koste van de ‘democratische prijzen’ en laagdrempeligheid die zo kenmerkend zijn voor de cafécultuur. Maar het is ook noodzaak: je kunt op bepaalde gerechten en specialty koffie ook makkelijker de gestegen kosten doorrekenen dan op een pint.
Te veel keuze tot ontspannen
We zijn vergeten hoe te genieten van de eenvoudige dingen. We zagen het ook bij ons in de Balls & Glory restaurants na corona gebeuren: de ‘smaakt als thuis’ maakte plaats voor: ‘dat kunnen we thuis ook maken.’ De ratrace van het leven geeft ook een rollercoaster tot ontspanningsmogelijkheden. Vroeger was er op zaterdagavond de keuze tussen een weekendfilm op TV of een bezoek aan het café. Dat is verleden tijd. Er zijn duizend-en-één alternatieven om de ochtend, middag en avond door te brengen. Het lineair tv-kijken verdwijnt en daarmee ook het lineair gebruik van de horeca. Maar los van het genieten, staat ook één van de basale bestaansredenen van de horeca onder druk: iemand ontmoeten voor een snelle wip of langdurige relatie gebeurt steeds vaker via sociale media of datingapps.
“Het lineair gebruik van de horeca verdwijnt”
Laat ons populair & volks zijn
Juist door hun alledaagse karakter zijn volkscafés een wezenlijk onderdeel van ons cultureel erfgoed. Niet alleen de vaak waardevolle interieurs, met toog en koer*, maar ook de geschiedenis, de verhalen en anekdotes mogen niet zomaar verloren gaan. Met elk volkscafé dat verdwijnt, gaat niet alleen het materieel erfgoed verloren, maar - vooral - valt er ook een sociaal vangnet weg dat voor velen belangrijk is.
Ik geloof minder in kattencafés, fietsbars, of barber-togen. Maar het ‘hybride’ cafe van vroeger kan inspireren. Een café dat vaak géén full-time job was voor de uitbater, en bijvoorbeeld gecombineerd werd met het bemensen van het tankstation of de weegbrug. Ik denk dat de weg openligt voor het buurtcafé 2.0. Een lokaal café waar je ook wat kunt eten en waar je mensen van uiteenlopende leeftijd uit de buurt ontmoet. Mensen grijpen terug op dat soort gezelligheid.
Netwerken kunnen de klassieke rol van de brouwers aanvullen: bundeling van krachten doet zaken bewegen. Het is mijn overtuiging dat brouwers een wezenlijk onderdeel gespeeld hebben in de expansie, beleving en kwaliteit van onze cafécultuur eind vorige eeuw. Overdadige consolidatie en het uithollen van samenwerkingscontracten hebben lange tijd die win-win-relatie verzuurd. De tijd is rijp om te kijken hoe we met hernieuwe (franchise-)netwerken terug relevante en rendabele meerwaarde kunnen creëren.
* Koer is een toilet op de binnenplaats, een typisch Vlaams caféverschijnsel