Na Amerika is Israël het land waar de meeste succesvolle food start-ups vandaan komen. Amerika telt ruim 330 miljoen inwoners, Israël telt er 9 miljoen. Hoe kan het dat zo’n klein land zo groots is in food innovaties? Food Inspiration ging op onderzoek uit.
Silicon Wadi
In de wereld van start-ups en scale-ups is het Amerikaanse Silicon Valley hét gebied. De regio in Californië is dé nummer 1 plek voor tech innovaties. Op een bewonderenswaardige tweede plek staat Israël, dat in de ondernemersmond ook wel Silicon Wadi genoemd wordt; het Arabische woord wadi betekent zoiets als ‘vallei’. In Israël bevindt zich eveneens een sterke concentratie van succesvolle start-ups. Relatief veel succesvolle agrifoodbedrijven vinden hun oorsprong in deze ondernemersvallei. Ongeveer de helft van die bedrijven is gespecialiseerd in de productie van alternatieve eiwitten. Zo kwam de allereerste vleesvervanger ter wereld – Tivall (het huidige Garden Gourmet) – al begin jaren ‘90 uit Israëlische machines rollen. En ook Redefine Meat, de ontwikkelaar van de 3D-geprinte plantaardige biefstukken van Loetje, komt er vandaan.
5 succesvolle food tech start-ups uit Israël
Tivall / Garden Gourmet: Producent van ‘s werelds eerste vleesvervanger. Tivall werd in 1985 opgericht door vier Israëliërs, en kwam in de jaren ‘90 op de markt met de eerste replica van gehakt. In 2018 werd het merk overgenomen door Nestlé, die het omdoopte tot Garden Gourmet.
Redefine Meat: Ontwikkelaar van 3D-geprinte vleesalternatieven. Het bedrijf werd opgericht in 2018 en heeft inmiddels bijna 200 medewerkers. Ook in het Nederlandse Best staat een fabriek. Er werd tot op heden zo’n 180 miljoen dollar geïnvesteerd in het bedrijf.
Future Meat Technologies: Produceert kweekvlees in laboratoria. Het bedrijf werd in 2018 opgericht in Jeruzalem en wist sindsdien maar liefst 390 miljoen dollar groeigeld op te halen bij investeerders.
Remilk: Producent van diervrije zuivelproducten. De melk- kaas- en yoghurtvervangers worden gemaakt door middel van een technologisch gestuurd fermentatieproces. Het bedrijf werd in 2019 opgericht in Tel Aviv, er werd sindsdien 131 miljoen dollar in geïnvesteerd.
Aleph Farms: Ontwikkelaar van in laboratorium gekweekte vleesproducten. Aleph Farms zet vetcellen, steuncellen, spiercellen en bloedvatcellen van runderen om tot vleesproducten met behulp van een gepatenteerde 3D-bioprinttechnologie. Opgehaald groeigeld: 118 miljoen dollar; Leonardo DiCaprio is een van de investeerders.
Andere ondernemers league
Bas Allart is co-founder van Brave New Food, een innovatieplatform op het gebied van voedseloplossingen. Hij volgt de wereldwijde start-up wereld al lange tijd, en volgens hem valt Israël daarin al jaren op. Volgens Allart komen food start-ups uit Silicon Wadi doorgaans professioneler over en zijn ze beter gefinancierd dan start-ups uit veel andere landen. "Het lijkt wel alsof ze in Israël op een ander niveau ondernemen, alsof ze in een andere league spelen. Startende bedrijven uit Israël zijn dan ook heel populair onder investeerders. Het kapitaal dat zij ophalen is vaak vele malen hoger dan de investeringen in start-ups uit andere landen", aldus Allart.
Redenen succes Silicon Wadi
Volgens Allart zorgt het ecosysteem voor (startende) ondernemers in Israël voor een goed investeringsklimaat. Hij noemt vier redenen voor dat succes:
1. Investeringen vanuit de overheid
2. Support vanuit multinationals
3. Internationale blik
4. Sneeuwbaleffect
Investeringen vanuit de overheid
Een grote aanjager van het ondernemende ecosysteem in Israël is de overheid. Bij het onafhankelijk worden van de staat Israël in 1948 koos de regering ervoor om in te zetten op het creëren van een kenniseconomie. Voedseltechnologie werd een van de belangrijkste speerpunten van het regeringsbeleid. Het Israëlische Ministerie van Economie en Industrie investeert dan ook aanzienlijke bedragen in innovaties in food en tech. Afgelopen tijd zelfs meer dan 100 miljoen dollar per jaar. Het Ministerie van Onderwijs helpt start-ups met behulp van kennisprogramma’s en opleidingsbudgetten.
Support vanuit multinationals
Ook traditionele voedselproducenten investeren volop in Israëlsche food innovaties. Ze zien kansen op het gebied van technologische innovaties, die vaak door start-ups sneller en goedkoper ontwikkeld kunnen worden dan door henzelf. Als zo'n ontwikkeling eenmaal gelanceerd is, zien de multinationals kans om samen te werken met de partijen, of ze over te nemen. Grote voedselproducenten ondersteunen de ontwikkeling van dergelijke innovaties daarom onder andere door supportprogramma's voor startende ondernemers. Zo werd in 2015 The Kitchen FoodTech Hub gelanceerd. Het was destijds ‘s werelds eerste food tech hub, een samenwerkingsverband tussen de Israeli Innovation Authority en The Strauss Group, een van de grootste voedselproducenten van het land. In de hub ontstonden tot op heden 22 succesvolle bedrijven. Aleph Farms is een van de bedrijven uit de koker van The Kitchen FoodTech Hub.
Internationale blik
Een andere reden waarom start-ups uit Israël vaak zo snel groeien, is omdat ze erg internationaal georiënteerd zijn. Ze moeten wel, want hun lokale markt van 9 miljoen inwoners is voor veel bedrijven te klein. Ook Nederland is een klein land, maar toch is er volgens Allart een groot verschil in ambitie tussen Israëlische en Nederlandse start-ups. Allart: "Israëlische ondernemers zien de wereld als hun afzetmarkt. Beginnende Nederlandse producenten focussen zich 9 van de 10 keer op Albert Heijn, Picnic en Sligro als droomafnemers, en kijken niet heel veel verder."
Sneeuwbaleffect
Het succesvolle ondernemerschapsklimaat van Israël heeft ook een sneeuwbaleffect. Vanuit geslaagde bedrijven ontstaan nieuwe bedrijven. Succesvolle ondernemers investeren in veelbelovende innovaties. En ook investeerders uit andere landen zien de successen uit Israël, waardoor ze extra oog hebben voor innovaties afkomstig uit Silicon Wadi. Zo wordt het succesvolle ecosysteem van Israël alleen maar succesvoller.
En Nederland dan als start-up land?
Ook Nederland heeft subsidies voor startende bedrijven, en er bestaan ook in ons land professionele incubators. Waarom is het Nederlandse ecosysteem voor startende ondernemers dan niet zo succesvol als in Israël? Dat komt volgens Allart omdat de ondernemerschapsprogramma's in Nederland over het algemeen erg versnipperd zijn, en bovendien qua omvang, investering en ambitieniveau relatief kleinschalig. In Israël hebben overheid, bedrijfsleven, universiteiten en incubators allemaal eenzelfde doel: wereldleider worden in de productie van plantaardige eiwitten. Nederland heeft een andere focus. Ons land is eveneens een wereldspeler op de voedselmarkt, maar met name op het gebied van de traditionele landbouw en veehouderij. De Nederlandse (en Europese) overheid is er vooral op gericht het ‘oude’ voedselsysteem dat leunt op dierlijke eiwitten in stand te houden. Het merendeel van de subsidies gaat naar dit oude systeem. Een derde van al het EU-geld gaat naar de landbouw; bijna 80% daarvan is directe inkomenssteun voor boeren. Helemaal begrijpelijk als je als EU inzet op het behoud van het huidige voedsellandschap, maar met zo'n beleid is het lastig om wereldleider te worden op het gebied van plantaardige innovaties.