Het wildseizoen begint bijna weer en dat zorgt altijd voor de nodige discussies rondom jacht. Journalist en psycholoog Marijke Ottema was jarenlang veganist, totdat ze haar levensstijl veranderde en leerde jagen.
foto's door: Klaas Jan Jonkman
Sinds deze week is een gedeelte van de kroondomeinen een aantal maanden gesloten voor het publiek; de koninklijke familie mag er dan jagen. Al jaren zorgt de sluiting van de domeinen voor de nodige ophef in krant en talkshow. Het gesteggel gaat niet alleen over de vraag of het koninklijk huis eigenlijk wel het recht heeft om het gebied te sluiten, maar ook de jacht zelf komt in opspraak. Zowel politiek als actiegroep vragen deze tijd aandacht voor hun standpunten.
Kritiek op de bio-industrie
Ook Ottema schaarde zich onder de kritische groep mensen. Twintig jaar was ze overtuigd veganist. Ottema: “Ik had toendertijd wel eens commentaar op jagers, maar mijn overtuiging voor het veganisme kwam vooral voort uit kritiek op de bio-industrie. Het feit dat we in Nederland bijna 14 miljoen varkens houden en er bijna nooit een zien, vind ik schrikbarend. De omstandigheden waarin de dieren die we eten leven, zijn vreselijk. En dan hebben we het nog niet eens over de onethische manier van slachten. Toch zei er altijd een stemmetje in mijn hoofd dat er een manier moet zijn om vlees te kunnen eten zonder narigheid. Zou jagen dan toch een optie zijn?”
Leren jagen
In 2016 gaf ze gehoor gegeven aan die stem. Om jagers beter te begrijpen besloot Ottema een reportage te maken over de jacht en de beste manier om dat te doen leek haar: zelf het vak leren. “Dat onderschatte ik. De leertijd bleek ruim anderhalf jaar. De examens over veiligheid en hoe op de meest ethische manier een dier gedood kan worden, waren zwaar. Buiten de opleiding om leerde ik van ervaren jagers hoe een beest te villen en het beste vlees uit een karkas te krijgen. Dat vind ik nu vier jaar later nog steeds een uitdaging.”
Één met de natuur
In Nederland is jagen toegestaan gedurende bepaalde seizoenen; de rijksoverheid stelt die vast. Een reden waarom jacht wordt toegestaan is een goed beheer van de wildstand. Jacht zou kunnen bijdragen aan een natuurlijker evenwicht van bepaalde diersoorten. Maar voor Ottema is dat niet de reden om te jagen. “Ik voel me geen beheerder van de natuur. Voor mij gaat de jacht over de verhouding tot onze omgeving.” Haar overtuiging is dat er een aantal manieren zijn om met de natuur om te gaan. De meeste mensen gebruiken de aarde om van te nemen en het enige wat ze doen is oogsten. Anderen, zoals de meeste veganisten, zien de natuur als een gegeven om te aanschouwen: je mag er van genieten, naar kijken. Ottema: “Door te jagen hoor ik bij geen van die twee, ik voel me eerder een onderdeel van het geheel. Je doet door te jagen zoveel kennis op van de flora en fauna om je heen. Op veel momenten moet je lang wachten en door het stilzitten wordt je één met de natuur, het is een primair gevoel.”
Duurzaam vlees
Echt diervriendelijk vlees bestaat niet. Maar het verschil in de kwaliteit van een dierenleven voordat ze als stuk vlees op een bord verschijnen, is wel heel groot. Volgens de Dierenwelzijnscheck - een organisatie die consument en horeca wil bewegen tot het maken van diervriendelijke en klimaatvriendelijke keuzes- is het meest vriendelijke en duurzame stuk vlees wild. Megastallen, antibiotica, sojabrokken en slachthuizen zijn in de natuur namelijk niet te bekennen. Het is dan ook niet voor niets dat restaurants als het Deense Noma** en het Amsterdamse BAK, wanneer er vlees op het bord verschijnt, uitsluitend met wild werken.
De oorsprong van eten
Voor Ottema helpt jagen bij de bewustwording van om zich te realiseren waar voedsel uit voort komt. "De relatie van voedsel dat in de supermarkt ligt tot waar het vandaan komt namelijk uit dat wat leeft, is bijna onzichtbaar geworden. Dat geldt niet alleen voor vlees maar ook voor groenten. Ik denk dat weinig mensen weten hoe een paprikaplant er uit ziet. Mensen zijn hun verbinding met voedsel kwijtgeraakt en ook het feit dat je inspanning moet leveren voor je eten. Tijdens de jacht leer je hoeveel moeite het hoort te kosten om vlees te eten.” Dat er kritiek op de jacht is begrijpt Ottema. Jagers staan volgens haar veel in de spotlighs en zijn - veel zichtbaarder dan de industrie - verbonden met het doden van dieren. “ Maar zolang we in Nederland miljoenen dieren in stallen huisvesten waar ze een vreselijk leven lijden, vind ik kritiek op de jacht eigenlijk een beetje gênant.”