Op reis naar de Champagnestreek met 160 foodprofessionals

Afgelopen weekend trokken 160 leden vanuit Foodservice Network naar de Champagnestreek. Daar lieten we ons drie dagen lang onderdompelen in de wereld van de bekendste mousserende wijn ter wereld. We bezochten de allergrootste champagnehuizen, en ook kleintjes. Wat ons opviel? Het zijn de grote merken die (de) naam maken, het zijn de kleine producenten die – in het geval van champagne zelfs letterlijk – met de voeten in de aarde staan.

Familiehuis Dauby

Het eerste champagnehuis dat we met onze groep bezochten was Dauby, gelegen in het plaatsje Ay. We werden hartelijk ontvangen door Teddy Dauby, de kleinzoon van de oprichters. Hij stond ons al op te wachten toen we aankwamen. Trots liet hij foto’s zien van zijn opa en oma, die het familiebedrijf oprichtten. En van zijn ouders; die het nu runnen. Het plan is dat hij het bedrijf over enkele jaren samen met zijn zus overneemt. Teddy Dauby nam ons vervolgens mee naar de productieruimte en de kelder. De productieruimte was niet veel groter dan ons kantoor van Food Inspiration van 5 x 5 meter, de kelder niet veel langer dan de gang van dat kantoor. 

Teddy Dauby vertelde honderduit en liet ons natuurlijk proeven. Bij de rondleiding waren twee champagnes inbegrepen, een premier cru en een vintage millésimé uit 2014. Maar we waren blijkbaar een dankbaar publiek, want toen Teddy eenmaal begon met schenken, hield hij niet meer op. De ene na de andere fles haalde hij uit zijn voorraad om aan ons te laten proeven – de meeste zelfs nog zonder etiket, enkel nog met een handgeschreven nummer op de fles om aan te duiden om welke badge het ging. We waren zo gecharmeerd van Dauby dat menigeen flessen of zelfs dozen aanschafte om mee naar huis te nemen. De prijs liet dat ook toe. De premier cru kostte direct van het huis slechts 20 euro.

Het betaalproces van die flessen had overigens nog wel wat voeten in de aarde. Aangezien de connectie van het pinapparaat binnen niet optimaal was, moesten we om beurten met pinapparaat in de hand naar de hoek van de straat lopen voor een beetje extra bereik. En dan te bedenken dat zo’n 80% van de verkopen van Dauby ter plaatse gebeurt, middels dat ene pinapparaatje.

Na het bezoek aan Dauby stopten we voor een Franse lunch met baguette, fromage en een bubbel bij de Abdij van Hautviller, waar we een prachtig uitzicht hadden over de wijnvelden. Bij die abdij ligt ook Dom Pérignon begraven, de man die gezien wordt als de uitvinder van de tweede fermentatie in de fles, en daarmee als de uitvinder van champagnes zoals wij die nu kennen. De Abdij is dus niet alleen een mooi uitzichtpunt, maar ook een bedevaartsoord voor champagneliefhebbers.

De allergrootste: Moët & Chandon

Na de lunch trokken we verder richting Épernay, de stad die ook wel de hoofdstad van de Champagne wordt genoemd, omdat veel grote huizen er gevestigd zijn. Aangekomen op de Avenue de Champagne (écht waar, dat is de straatnaam) werd ons duidelijk dat we hier met een ander kaliber champagnehuizen te maken hadden dan in het kleine dorpje Ay. Op de stoep van de straat stond een Ferrari met Nederlands kenteken geparkeerd. Terwijl we ons hardop afvroegen van welke BN-er die auto zou zijn, kwamen Nicolette van Dam en Bas Smit aangelopen, met tassen vol champagne. De nieuwe voorraad werd ingeladen en weg sjeesden ze. De toon was gezet: we waren beland in de champagnewereld van the rich and famous. 

Aan diezelfde Avenue de Champagne bevindt zich ook een van de huizen van Moët & Chandon; sinds jaar en dag verreweg het grootste champagnehuis dat er bestaat. De jaarlijkse verkopen zijn de 30 miljoen flessen ruim gepasseerd; zo’n 10% van de wereldwijde champagne-afzet is afkomstig van het merk. De dranken zijn in 170 landen te koop. Zelf zeggen ze dat er iedere seconde ergens ter wereld een fles Moët wordt geopend.

Toen we ons bij de incheckbalie van Moët & Chandon meldden voor een rondleiding, werden we doorgestuurd naar een enorme lobby. Na een kwartier wachten kwam een chic geklede dame ons halen. Ze was volledig gekleed in een Louis Vuitton outfit. Niet toevallig, want modemerk Louis Vuitton, Moët & Chandon en cognac brand Hennessy vormen met elkaar de LVMH groep: het grootste conglomeraat ter wereld van luxeproducten. Die luxe, pracht en praal werd ook flink getoond tijdens de rondleiding, die begon met een promotiefilm waarbij we vijf minuten lang keken naar een groep blije, mooie mensen die Moët & Chandon dronken. Vervolgens nam de tourguide ons mee naar de kelder. Of beter gezegd: naar het speciaal voor bezoekers ingerichte stukje kelder. Want waar we bij Dauby ieder hoekje van de kelder kregen te zien, is dat bij Moët & Chandon gans onmogelijk. De kelder beslaat meerdere verdiepingen en is ruim 28 kilometer lang. Ongeveer de afstand van ons kantoor in Ede tot het centrum van Amersfoort, kilometers lang vol met flessen champagne.

Een van mijn groepsleden viel het tijdens de rondleiding op dat het leek alsof de dame die de tour deed “een cassettebandje in haar rug had”. Zo keurig en foutloos deed ze haar verhaal, dat het leek alsof het woord voor woord was ingestudeerd, om maar geen foutjes te maken of onderdelen te vergeten.  

Natuurlijk mochten wij ook proeven. Al was de guide iets minder ruimschenkend dan Teddy Dauby. We kregen twee kleine glaasjes, de Impérial Brut en de Rosé Imperial. Beide precies gevuld tot aan het Moët & Chandon logo op het glas. De tour eindigde in de merchandise-store, waar verschillende Moët & Chandon producten worden verkocht, waaronder een picknickmand met twee flessen en zes bekers – allemaal voorzien van logo uiteraard – voor 480 euro, en een Nebukadnezar Impérial Brut van 15 liter, voor 1.995 euro.

Evaluatie bij champagnehuis Etienne Oudart

's Avonds dineerden we op het prachtige landgoed van Etienne Oudart, een kleinschalig champagnehuis iets ten zuiden van Épernay. Terwijl we over de wijnvelden uitkeken, met een bubbel van Oudart in de hand, evalueerden we de bezoeken van die dag. We kwamen tot de conclusie dat de grote champagnemerken geweldige marketeers zijn, de kleine producenten geweldige ambachtslieden. Wat dat betreft zijn champagneproducenten niet zo heel erg anders dan bakkers, of bierbrouwers, of tomatenkwekers, zo zeiden we tegen elkaar. Het zijn de grote merken die (de) naam maken, het zijn de kleine producenten die – in het geval van champagne zelfs letterlijk – met de voeten in de aarde staan.

---

Wat is Foodservice Network?

Foodservice Network is een business netwerk voor toonaangevende bedrijven die actief zijn in de Nederlandse foodservicebranche. Ruim 400 mensen zijn lid, afkomstig van 180 foodbedrijven. Het netwerk organiseert meerdere bijeenkomsten per jaar. De meerdaagse internationale trendtour is ieder jaar weer het hoogtepunt. Het netwerk bestaat 20 jaar, ter ere van dat jubileum ging de reis dit jaar naar de Champagne.