Een strak gedesignde koelkast met ingebouwde ledverlichting en geavanceerde klimaatbeheersing waarin je volledig geautomatiseerd je eigen kiemgroenten en kruiden kunt kweken. Urban Cultivator speelt in op de trend van lokaal produceren. Het bedrijf werd in 2010 opgericht in Canada en anderhalf jaar geleden overgenomen door de Nederlander Ewout Goldberg. Food Inspiration sprak met de wereldwijde marktleider over de groei van on-site farming.
Van de Seychellen tot Dubai, van Toronto tot Amersfoort. Sinds de oprichting van Urban Cultivator – nu 12 jaar geleden – zijn er wereldwijd al 10.000 apparaten verkocht. Goldberg: “De markt was lange tijd een niche, maar door het groeiende consumentenbewustzijn over duurzaamheid, de toegenomen aandacht voor de herkomst van ons eten en de trend naar meer lokale inkoop is de markt enorm aan het groeien. We helpen chefs en consumenten om hun voedselkilometers terug te dringen, door zelf in huis verse groenten en kruiden te kweken en dus meer self-sustainable te worden.”
Urban Cultivator is een van oorsprong Canadees concept. Oprichter Tarren Wolfe ontwikkelde een apparaat waarmee hij thuis 100% biologische planten met hoge nutritionele waarde kon kweken. Aanleiding was de voedselallergie van zijn vrouw en de daaropvolgende zoektocht naar meer puur en onbewerkt voedsel. Door een succesvolle deelname aan het programma Dragon’s Den en publieke endorsement van investeerder Arlene Dickinson en culinair icoon Martha Stewart, kreeg het concept een vliegende start.
Voedselkilometers, voedingswaarde, smaak
De statistieken liegen niet. “In een gemiddeld restaurant in Amsterdam heeft al het voedsel op je bord samen gemiddeld meer dan 2.400 kilometer afgelegd”, weet Goldberg. “Tot voor kort stonden we daar nauwelijks bij stil, maar inmiddels zijn we ons beter bewust van onze collectieve carbon footprint en de reis die de ingrediënten op ons bord hebben afgelegd. Het gevolg is dat we steeds nadrukkelijker willen weten waar ons vlees, onze vis en ook onze groenten vandaan komen en hoe het is geproduceerd.”
De Urban Cultivator biedt daarop een antwoord. Door zelf te telen weet je immers precies wat er met de ingrediënten op je bord is gebeurd. Van zaadje tot plant heb je het proces zelf in de hand. En dat idee slaat aan. Alleen het zaad zelf legt nog de nodige kilometers af, maar dat staat niet in verhouding, legt Goldberg uit. “Urban Cultivator koopt biologisch zaad in bij leveranciers verspreid over de wereld. Het vermeerderen van zaden is een specialistisch vak. Dat kun je helaas niet lokaal organiseren. Maar omdat het zaad zo geconcentreerd is, hoef je maar af en toe en in kleine hoeveelheden in te kopen. Uit een klein busje kun je tot wel een voetbalveld aan plantjes opkweken. Daarmee bespaar je veel kilometers en CO2-uitstoot ten opzichte van de inkoop van volgroeide verse planten.”
Behalve de zekerheid dat je weet waar je voedsel vandaan komt, biedt zelf kweken meer voordelen, aldus Goldberg. “Wanneer je iets vers consumeert, levert dit een veel hogere kwaliteit en hoeveelheid voedingsstoffen op, tot wel negen keer zoveel. Kiemgroenten die los verpakt in de supermarkt worden verkocht, zijn al minimaal 48 uur dood. Binnen 24 uur na het oogsten verliest een plant al een groot deel van zijn voedingswaarde. En ook de smaakbeleving gaat hard achteruit als een product aan versheid verliest.”
In een jaar terugverdiend
Voor bedrijven komt daar nog een extra voordeel bij. Met een terugverdientijd van gemiddeld een jaar, lijkt het ook businesswise een slimme investing. Goldberg: “De Urban Cultivator is geoptimaliseerd voor het kweken van microgroenten. Die zijn over het algemeen duur om in te kopen. Dat geldt nog eens extra voor onze klanten op meer afgelegen en exotische bestemmingen, waar de verkrijgbaarheid beperkt en de prijzen extreem hoog zijn. Op het moment dat je zelf gaat kweken bespaar je veel geld. De inkoopkosten voor het zaad en de bijkomende energiekosten zijn maar een fractie van de inkoopwaarde van het volgroeide product. In Nederland zal de gemiddelde terugverdientijd iets langer zijn, omdat cressen hier over het algemeen ruim verkrijgbaar zijn en de prijzen minder extreem.”
De focus op microgroenten is ook vanuit een ander perspectief uit te leggen: “Microgroenten hebben een hogere voedingswaarde dan traditionele planten. Omdat het snel groeit, kun je snel oogsten. Gemiddeld duurt het twee weken, maar sommige gewassen zijn al na zes dagen oogstklaar.” Momenteel worden kiemgroenten in restaurants vooral in kleine hoeveelheden ter garnering gebruikt. Dan heb je dus maar een paar plantjes nodig. Maar microgroenten zitten zo bomvol met voedingsstoffen dat het eigenlijk een prachtig product is om meer mee te doen, bepleit Goldberg. “Op dit moment is dat economisch niet interessant voor horecaondernemers, maar door zelf te telen kan dit veranderen. Dan kun je kiemgroenten ook in grotere hoeveelheden verwerken, bijvoorbeeld in salades.”
Particuliere & zakelijke markt
Urban Cultivator richt zich – tot nu toe – op het topsegment van de markt, zowel particulier als zakelijk. De Residential-lijn is er speciaal voor de consumentenmarkt: een tafelmodel koelkast met twee lades. Eind 2021 won Urban Cultivator voor dit product de Vertical Farming World Award, voor de beste at home innovation. “Met dit product richten we ons op consumenten die heel bewust met hun eetpatroon bezig zijn. Die verse ingrediënten en een hoge voedingswaarde belangrijk vinden en er voldoening uithalen om zelf iets op te kweken.” De investering voor een thuismodel is €2.750, exclusief BTW. Vaak valt de verkoop samen met de aanschaf van een nieuwe keuken. “Het zijn meestal de early tech adopters, die het mooi vinden om te zien hoe zo’n systeem werkt”, vertelt Goldberg.
Voor de zakelijke markt is er de manshoge tweedeurskoelkast, met groeibedden op vier etages. Kosten: €9.950, exclusief BTW. Hier is de doelgroep primair het high-end segment binnen restaurants, hotels & resorts en cateraars. Het zijn niet de minste bedrijven die Urban Cultivator tot haar klantenkring mag rekenen: denk aan luxuryhotels zoals Four Seasons en Sheraton, bedrijven als Google en Microsoft en voetbalclubs Arsenal en Liverpool. “Onze grootste afzetmarkten zijn Noord-Amerika, Scandinavië, Zwitserland, Azië en het Midden-Oosten. Nederland is tot nu toe nog niet zo’n interessante markt geweest: het topsegment is hier relatief klein. Maar natuurlijk is ons er veel aan gelegen om als Nederlandse partij onze activiteiten in eigen land uit te breiden. Sinds kort staat er een Urban Cultivator op het Ministerie van Financiën in Den Haag - via ISS World - en we staan bijvoorbeeld ook bij PON in Amersfoort, via bedrijfscateraar We Canteen. Daar zijn we ontzettend trots op.”
Een Urban Cultivator voor iedereen?
De ambities voor de toekomst zijn helder. En hoewel Goldberg met het oog op de toenemende concurrentie niet het achterste van zijn tong kan laten zien, deelt hij een aantal van zijn toekomstplannen: “We willen ons product toegankelijk maken voor een veel grotere doelgroep. Door onze jarenlange ervaring zijn we nu in staat om onze nieuwe generatie apparatuur slimmer te bouwen. Daardoor kunnen we in grotere aantallen produceren tegen lagere kosten. Daarnaast zijn we voor de particuliere markt bezig met een kleiner formaat kweekmodule, zodat we voor een grotere groep consumenten interessant worden.”
Ook voor de zakelijke markt ligt de focus op het verbreden van de doelgroep. Wat Goldberg betreft zou het product niet alleen weggelegd moeten zijn voor sterrenrestaurants of super-de-luxe resorts. “Ik wil uiteindelijk dat ons product voor meer bedrijven interessant wordt. Niet voor de snackbar om de hoek, maar wel voor ieder restaurant waar een hoofdgerecht op de kaart staat in de prijsklasse van 20 tot 25 euro. Die gebruiken nu ook vaak cressen, al is het op beperkte schaal. Dat zijn in potentie allemaal restaurants die een Urban Cultivator heel gaaf zouden vinden, maar voor wie een investering van 10.000 euro een brug te ver is. Ook voor dat marktsegment ontwikkelen we nieuwe oplossingen.”
Sla, basilicum en paddenstoelen
Naast het schaalbaar maken van het bestaande concept, wordt achter de schermen hard gewerkt aan andere nieuwe toepassingen. De volgende drie innovaties klinken alvast veelbelovend:
-
Bladgroenten & verse kruiden: Er zijn veel slasoorten, verse kruiden en andere bladgroenten die voor restaurants interessant kunnen zijn om in de cultivator op te kweken. Zolang het maar klein formaat gewassen zijn die relatief snel groeien. Hiervoor is een relatief eenvoudige aanpassing van de bestaande apparatuur nodig. In plaats van dat de zaden in bedden dicht op elkaar worden ingezaaid, werkt het opkweken van grotere groentes met compartimenten. Uiterlijk dit najaar is deze aanpassing beschikbaar.
-
Paddenstoelen: Momenteel wordt de mogelijkheid onderzocht voor een nieuw product waarmee je paddenstoelen kunt kweken. Die groeien met hetzelfde licht, maar onder specifieke condities rond luchtvochtigheid. Om die reden zal dit een aparte module worden, naast de bestaande lijn.
-
Cressen: Ook de retailmarkt biedt kansen. Hier lopen al enkele pilots. In Canada staan Urban Cultivators al in een aantal supermarkten, waarbij de vers geoogste cressen vanuit de supermarkt rechtstreeks in bakjes worden verkocht aan de consument.