Josse Haarhuis (23) is een onconventionele varkensboer. Zijn dieren zijn zowel een lust voor het oog als voor de tong. De coronatijd heeft de consument volgens hem bewuster gemaakt op het gebied van voeding. Hij hoopt, als varkensboer, dat mensen vanaf dit jaar nu echt eens minder vlees gaan eten.
Coverbeeld: Josse Haarhuis op een van de locaties van Buitengewone Varkens, door Oene Sierksma
Varkens met een functie
Haarhuis en zijn compagnon Stan Gloudemans hebben met Buitengewone Varkens op twaalf plekken verspreid door Nederland varkens staan. Een van de belangrijkste waarden binnen het bedrijf van de jonge veehouders is dierenwelzijn. De varkens van Buitengewone Varkens moeten hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen en mogen wroeten, scharrelen en luieren op akkers, in bossen en op weilanden. Een andere belangrijke pijler binnen de varkenshouderij is dat de dieren een functie hebben terwijl ze leven. Haarhuis: “Onze varkens woelen het perceel om, zorgen voor natuurlijke bemesting en eten overtollige begroeiing op. Hierdoor dragen ze bij aan een betere bodemkwaliteit. Wanneer de varkens hun taak hebben uitgevoerd, worden ze verplaatst naar het volgende stuk grond, en zo verder, totdat ze klaar zijn voor de slacht.”
“Ons doel is om mensen minder, maar beter vlees te laten eten"
Tegenstrijdige boodschap
De laatste, maar niet de minst belangrijke opzet van de buitengewone varkenshouders is dat hun dieren het hele jaar lang buiten staan en daardoor zichtbaar zijn voor het publiek. Haarhuis: “Tegenwoordig gooien mensen net zo snel een stuk kip in hun winkelmand als een courgette. Maar voor dat stuk kip heeft een dier geleefd. Dat realiseren mensen zich niet meer, omdat het houden en slachten van dieren ver van hen af staat. Juist door dieren zichtbaar te houden kun je mensen bewust maken van waar hun eten vandaan komt. Daardoor hopen we dat mensen minder vlees consumeren.” Dat klinkt tegenstrijdig, de jonge varkenshouders verdienen immers hun boterham met de productie van vlees. “Ons doel is om mensen minder, maar beter vlees te laten eten. Daarnaast zijn we bezig met het ontwikkelen van andere verdienmodellen, zoals excursies rondom de verschillende locaties van Buitengewone Varkens en educatieve programma’s.”
"Wanneer we elkaars producten aanprijzen binnen onze eigen klantenkringen, hebben we opeens een enorm netwerk”
Foto door Oene Sierksma
Coronatijd zorgt voor samenwerkingen
Voordat het coronavirus toesloeg kwam 90 procent van de omzet van Buitengewone Varkens uit de levering aan horeca. Het vlees van de varkens van Haarhuis hebben door hun buitenleven een exceptionele smaak, vooral wanneer ze veel eikels hebben gegeten. Hoogwaardige restaurants als Petit Heron en Concours in Utrecht, De Zusters in Maarssen en Bij Teus in Houten en Sense* in Den Bosch behoren tot het klantenbestand van de jonge ondernemers. Toen het coronavirus toesloeg viel een deel van de afzetmarkt van Buitengewone Varkens weg. Haarhuis: “We moesten snel schakelen. Dankzij de creativiteit van de horecaondernemers met wie we samenwerken werden onze producten afgenomen voor afhaalmenu’s en Support Your Locals initiatieven. Dit jaar heeft laten zien dat wanneer lokale, kleinschalige makers hun handen ineenslaan er grootse dingen kunnen worden bereikt. Wanneer we elkaars producten aanprijzen binnen onze eigen klantenkringen, hebben we opeens een enorm netwerk.”
Slachterij op wielen
Naast het versterken van lokale samenwerkingen en het creëren van meer bewustzijn bij de consument, houdt Haarhuis zich ook bezig met innovatie rondom de slacht. Haarhuis: “We hebben dit jaar weer gezien hoe schrijnend de situaties in grote slachthuizen zijn. Ook in Nederland verdwijnen steeds meer kleinschalige slachthuizen, waardoor dieren soms ver moeten reizen voordat ze aan hun einde komen." Om zijn beesten van begin tot eind zo min mogelijk stress te bezorgen, is Haarhuis bezig met de ontwikkeling van een mobiele slachterij; oftewel een slachterij in een trailer waardoor dieren niet op transport hoeven. “Het zou veel prettiger zijn als ik gewoon een stukje met mijn varkens kon wandelen, voordat ze aan hun einde komen.”
Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen in het Food Inspiration print magazine editie 9. Klik hier om lid te worden, of een losse editie te bestellen.