"Hi, welkom!" Ondernemers Valerie Jongeneel en Joram Timmerman wachten ons op bij de prachtige boerderij in de noordoost hoek van Texel waarin hun boutiquehotel & restaurant is gevestigd. We werden verwacht. "Zullen we eerst even snel wat spullen gaan plukken voor bij het menu straks? Dan scheuren we even naar het wad en kijken we wat er staat." Tuurlijk, is goed, doen we.
Cameraman Kees en ik stappen in de open achterbak van een soort mini terreinwagentje en we draaien de parkeerplaats af. Nog geen tweehonderd meter verder rijden we de dijk op omhoog en ontvouwt zich een wijds uitzicht over de Waddenzee. We rijden nog een minuut of tien verder tot we aankomen op een verlaten stukje rotsstrand.
De alikruiken, strandkrabbetjes en mossels liggen hier voor het oprapen. Contouren van oesterbanken tekenen zich af in het water. Tussen de rotsen in het water tellen we op een paar vierkante meter al zeker vijf verschillende soorten zeewier. De plastic bak die achterin lag, gaat mee onder de arm en vult zich langzaam. Op het zand liggen wat lege inktvisschilden. "Die gaan ook mee: extra kalk voor de kippen", aldus Valerie.
Behendig klimmen Joram en Valerie de glibberige dijk op en plukken hier en daar wat blaadjes van de zilte planten die nu volop groeien. Zeealsem en zeekool, het blad én de besjes, gaan mee als garnering. Het voorjaar is ook hier het groeiseizoen: er staat van alles in bloei.
Gemiddeld maken ze dit ritje twee keer per week. "Wat een rijkdom hè, als dit je achtertuin is? Alles hier is wild, niets is aangeplant. We plukken alleen wat we gebruiken. De wieren en zeegroenten gebruiken we graag als smaakmakers, maar van beide heb je aan een klein beetje al genoeg."