"Het was altijd zo vanzelfsprekend om zestien uur te werken op een dag. Ik wil dat niet meer."
Eelke Plasmeijer is chef en ondernemer. Zijn restaurant Locavore op het Indonesische eiland Bali is voor 95 procent afhankelijk van toerisme. Die business is door corona allemaal weg. Food Inspiration sprak met hem over de gevolgen van de coronacrisis, over veranderende prioriteiten en een nieuwe balans.
Fotografie: Ron Greve en Floris Heuer maakten voor het Food Inspiration Print magazine een reportage over Locavore
Hoe heb jij deze crisis ervaren?
"Het is heel dubbel. Op persoonlijk gebied is het echt geweldig. Ik heb nog nooit zoveel tijd met mijn familie en mijn twee zoontjes kunnen doorbrengen. Ik ben nog nooit zoveel thuis geweest sinds ik heel lang geleden begon met werken in een keuken. Dat is heel bijzonder, en dat nemen ze ons nooit meer af. Wat dat betreft is er geen betere plek om deze pandemie te doorstaan dan Bali. Het is lekker weer en je kan min of meer doen en laten wat je wilt. Er is hier niet echt een lockdown. Er zijn alleen geen toeristen."
"Dat brengt me naar het zakelijke. Locavore is voor 95 procent afhankelijk van toeristen. In mei hebben we vergeleken met vorig jaar precies tien procent van de omzet gedraaid. Zakelijk is het een drama. We hebben het geluk dat we op een ander kostenplaatje werken dan in Europa. Onze huur is vooruitbetaald voor vele jaren, en de salarissen zijn een stukje lager. Aan de andere kant willen we absoluut ieders salaris blijven betalen want er is geen vangnet van de overheid. We hebben wat aandelen verkocht van één van onze andere bedrijven en dat geld in Locavore gestopt om de kosten te kunnen dekken. We voelen niet echt financiële druk, we kunnen nog wel een paar maanden door."
Verwacht je blijvende gevolgen?
"Mensen komen wel weer terug. Bali heeft al meer ellende meegemaakt, van bomaanslagen tot vulkaanuitbarstingen. De mensen die we bij Locavore bedienen vinden hun weg wel weer naar ons. Het internationale toerisme mag ook wel wat minder. Misschien een dooddoener op dit moment, maar elk jaar ging het zeker op Bali beter en beter, met meer en meer toeristen en omzet. Elk jaar zeiden we dat het eigenlijk niet beter kon en ging het toch beter. Tot nu natuurlijk. Bali was één van de beste plekken ter wereld om een horecazaak te runnen, en nu is het misschien één van de minst goede. Het gaat nog wel een jaar of meer duren voordat het weer terugkrabbelt. Het hoeft ook niet zo druk te worden als dat het was."
Is dat wat je meeneemt uit deze crisis?
"Het was altijd zo vanzelfsprekend om zestien uur te werken op een dag. Daar dacht je niet over na. Ik wil dat niet meer. Ik ga niet meer zes dagen per week zestien uur in de keuken staan, of hier in ons restaurant zijn. Dat kan ik mijn gezin niet meer aandoen. Koken is absoluut mijn passie, maar niet op die manier. Ik wil meer tijd met mijn vrouw en zoontjes doorbrengen, en ik word ook meer een ondernemer dan een chef."
"Mijn oudste zoontje is zeven, en nu pas voel ik voor het eerst echt dat ik vader ben. Het voelt zo bijzonder om samen met hem zijn huiswerk te maken. En dat is het helemaal niet. Dat is gewoon normaal. Maar het heeft mijn ogen geopend. Zo moet het dus. Je kan werk en privé echt wel op een gezonde manier combineren, alleen is dat mij nog nooit gelukt. Ik ga dat nu helemaal anders aanpakken. Hoe weet ik nog niet, maar ik ga het proberen."