Gemiddeld een verdubbeling van de elektriciteitskosten, vloeibaar stikstof dat stilaan vloeibaar goud lijkt te zijn geworden en aardgasprijzen die drie keer over de kop gaan. We kunnen het erover eens zijn dat in een horeca- of productiekeuken de ogen stilaan óf met angst, óf met tranen, óf met kwaadheid naar de meedogenloze tellers staren. Hoe zorgen we dat we onze eigen energie niet verliezen?
Ik zie met lede ogen op de parking van onze ‘ballenkeuken’ te Evergem een, hou u vast, mazout-generator (werkt op zware stookolie, red.) verschijnen, om stoom op te wekken. Het apparaat verdient zich momenteel al in zes maanden terug en is stukken goedkoper om stoom (nee er ontbreekt geen r) mee op te wekken voor de productiekeuken en verpakkingslijn.
"Als ondernemers zoeken we inmiddels naar oplossingen in de uithoeken"
Ik zie kleine bakkers en zelfstandige slagers de deuren sluiten. Vaak zijn de gestegen energiekosten de laatste druppel in de emmer geweest van een al sluimerende dood. Net zoals iedereen in onze maatschappij zoeken wij als ondernemers inmiddels naar oplossingen in de uithoeken. Want net als in de politiek lijkt het ‘stabiele midden’ een relikwie uit vervlogen gouden tijden. De voedings- en gastvrijheidssector bevindt zich op een woeste zee met woelig vaarwater en snel veranderende weersomstandigheden. In zo’n instabiele omgeving zoekt de een het medicijn bij geconsolideerde grootmachten en de ander zijn heil in kleinschaligheid.
Maar kijk, ik ga eerlijk met u zijn. Ik sta erom bekend de immer energieke spring-in-het-veld-ondernemer te zijn: dat klopt! Ik heb het geluk van mijn passie mijn beroep te maken. Ik krijg energie van lekkere dingen bedenken en ze te maken, ik krijg energie van ingrediënten en hoe ze tot stand komen, ik krijg energie van vooruitgang en het werken in team. Ik ben een echt horecadier dat deze week zelfs energie kreeg van het meisje dat affiches kwam plakken in de toiletten van onze restaurant te Mechelen – je kent ze wel – om lokale events en cultuur te promoten. Ik dacht bij mezelf: da’s toch het leuke aan horeca, verweven zitten in het lokale weefsel. Maar misschien stond die afficheplakster symbool voor iets groters: voor mij was ze even een soort rots in de branding, een soort ritueel, dat ik al zie sinds ik op m’n vijftiende in de horeca kwam werken. Telkens opnieuw, jaar na jaar, een energiek iemand, soms 17, soms 73, gewapend met rollen papier en rolletjes plakband, die posters komt plakken en vaak ook de gedateerde exemplaren zorgvuldig verwijdert en opbergt. Ik dacht er nog wat verder over na. Nét in de week waarin onze Commonwealth-koningin haar aardse troon verliet. Binnen mijn horecawereld is de afficheklever of -kleeftser ónze queen, óns ritueel, ónze traditie. Soit, ik dwaal af.
"Afgelopen jaar had ik meer moeite om mijn energiepeil hoog te houden. Mijn immer goed gevulde batterij sputterde"
Ik was bezig met eerlijk tegen u te zijn: en die eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik het afgelopen jaar wat méér moeite had dan anders om die goesting, dat energiepeil hoog te houden. Mijn immer goed gevulde batterij, die zichzelf normaal gezien gedurende de dag en nacht voortdurend heroplaadt door de zaken die me energie geven, sputtert of sputterde. Terwijl die persoonlijke passie, dat innerlijke vuur, toch de meest waardevolle energie van allemaal is. Het is een geluid, een signaal, een vermoeidheid die ik ook zie bij mensen rondom mij, en dat mogen we niet laten gebeuren. Ik sprak laatst een cafébaas in centrum Brussel, die overweegt zijn zaak stop te zetten. Reden: zijn cliënteel wordt alsmaar toeristischer, en daar krijgt hij zogezegd geen energie van.
Onze sector drijft en draait op menselijke energie. Op mensen die hard gaan op het genot van ondernemen, creëren & verzorgen. Zoals de Vlaamse muziekgroep De mens het in het nummer Mooie Verliezers zo mooi bezingt:
Wakker worden iemand zijn, dingen maken groot en klein
Niet verslappen verder bouwen, van de juiste mensen houden
Wakker worden niet versagen, water naar de zee toe dragen
Wakker worden iemand zijn, iemand zijn
Op de vooravond van een hevige indexatie van de horecalonen, moeten we daar wat mij betreft weer even bij stilstaan. We zijn een mensenbusiness die mensen voedt. Soms is dat voeden functioneel, maar vaker hedonistisch én altijd menselijk. Wij zijn het luisterend oor en de stuwende energie van de maatschappij. De horecasector is historisch gezien een bruistablet die inspiratie en energie geeft aan Jan en alleman, of het nu kunstenaars zijn, vrachtwagenchauffeurs, kantoorwerkers of politici.
"Menselijke energie kost soms moeite om op te wekken, maar ze is duurzamer dan Russisch gas"
Die energie is niet te vervangen door een QR-code op de hoek van de tafel. Die energie krijg je niet van middelmatig eten of middelmatige service. Noch als klant, noch als vakman. Dus zorgen voor onszelf, ons team en het bewaken van onze gemeenschappelijke passie is hetgeen wat ons drijft en moet blijven drijven. Het is een energie die soms moeite kost om op te wekken, da’s zeker waar, maar ze is duurzamer dan Russisch gas.
En dat idee alleen al geeft me enorm veel energie om te blijven ‘peren’ in het mooiste beroep van de wereld.