Enkele weken geleden introduceerde een moderator op een trendevent mij als ‘friturist’. Een grappige verspreking, maar het zette me wel aan het denken. Als futuristen zijn we soms zo gefocust op de toekomst dat we het belang van het heden - symbolisch gesproken, het frituur - over het hoofd zien.

Met mijn toekomstverhalen streef ik ernaar mensen te inspireren en ze enthousiast te maken over wat komen gaat. Maar helpen verhalen over Amazon, Google, Apple en Tesla de gemiddelde MKB-ondernemer nu werkelijk om hun toekomst vorm te geven? En een al even legitieme vraag: bereiken we de gewone consument als we enkel praten over non-alcoholische, gezonde en veganistische opties?

Tom Palmaerts is trendwatcher en managing partner bij Trendwolves, een fullservice trend- en marketingbureau met een focus op jonge consumenten en moderne gezinnen. Voor Food Inspiration deelt hij zijn inzichten en opinie op het gebied van food & hospitality, een belangrijk focuspunt van zijn onderzoeksveld.


De grote (tech)bedrijven en future food trends zijn zonder twijfel fascinerend; ze tonen ons waar de toekomst naartoe kan. Maar we leven eenmaal in het nu. Hoe relevant zijn deze zaken voor ons dagelijks leven? De meeste horecaondernemers bouwen geen raketten naar Mars en ontwerpen geen AI-gestuurde restaurants. En hoewel iedereen op één januari weer enthousiast is om te werken aan een gezonde leefstijl, is die interesse na het eerste kwartaal weer als sneeuw voor de zon verdwenen. Je hoeft maar een kijkje te nemen in de lokale fitnessclub om te zien dat het daar weer back to normal is na de januaridrukte.

Tijdens het FTI-festival (Flanders, Technology & Innovation Summit) gaven chef Olly Ceulenaere en voedingsbioloog Maxime Willems hun visie op het 'restaurant van de toekomst'. Dat draaide niet om robots of astronautenvoeding, maar greep terug naar onze tijdloze klassiekers. Denk aan een gerecht als balletjes in tomatensaus, dat al sinds 1927 in 'Ons kookboek' staat, of waterzooi, een gerecht dat al in de Middeleeuwen bestond. Deze gerechten zullen waarschijnlijk over vijftig jaar nog steeds op onze menukaarten staan, zij het met vernieuwde bereidingswijzen en ingrediënten. Zo vertelde Olly dat door de eeuwen heen het recept van waterzooi geëvolueerd is van riviervis naar kip. De ingrediënten veranderen, maar het gerecht zelf blijft fier overeind.

Lees hier wat Maxime Willems schreeft over zijn ervaringen tijdens dit event »

Ook een van mijn meest geliefde events, de Food Inspiration Days, zijn hoogtijdagen geworden van gezonde en vegan culinaire wondertjes. Ik geniet van elk verhaal en van iedere kans om iets te mogen proeven, maar ik ben beroepsgedeformeerd - zoals waarschijnlijk velen van jullie - gefascineerd door het nieuwe en steeds op zoek naar wat morgen gaat bieden. 

In de innovatietheorie leert het welbekende Rogers adoptiemodel dat de sprong van early adopters naar de early mainstream echter een heel moeilijke is. Waar early adopters alles willen proeven, wacht de veel grotere early mainstream groep tot ze weten waarom ze het nodig hebben. Zij zijn helemaal niet op zoek naar bijzondere nieuwe producten in gespecialiseerde winkels en ze zijn zeker niet bereid daar zot hoge prijzen voor te betalen. Ze hebben gewoon zin in friet met mayonaise.

Rogers adoptiemodel, bron: Wikipedia.nl

Onlangs gaf ik samen met voedingsdeskundige Sandra Bekkari en ISS Facilities een lezing over werk en gezondheid. Sandra serveerde een Belgische klassieker: gegratineerde hespenrolletjes met witloof, maar dan in bloemkoolkaassaus. Zonder dat de gasten het doorhadden, consumeerden ze meer groenten. Er was geen enkele focus op gezondheid. Het zijn juist deze subtiele aanpassingen die bij de massa de echte verandering bewerkstelligen.

Hoewel ik gefascineerd ben door de mogelijkheden van zeewier, insecten, 3D-geprint voedsel, in-vitro gekweekt vlees en stadslandbouw, besef ik ook dat we ruimte moeten laten voor dagelijkse innovaties die haalbaar zijn voor ondernemers. Niet iedereen is klaar voor radicale veranderingen; soms willen mensen gewoon genieten van friet met mayonaise.

Dus ja, congresorganisatoren, kondig me voortaan gerust aan als een friturist in plaats van een futurist. Het heeft wel wat, vind je niet?

Lees hier Tom’s vorige column: Je restaurant is niet cool »