“Restaurantmenu's kunnen verrassend onthullend zijn”, zo werd gesteld in een artikel dat onlangs werd gepubliceerd in The New York Times. Volgens de krant zijn menukaarten een soort tijdscapsule van de cultuur die gewoontes, smaken,normen en waarden van een tijdperk weerspiegelen. Food for thought... om het zo te zeggen.
Het Amerikaanse nieuwsblad verzamelde 121 menu's van restaurants uit verschillende plekken in de Verenigde Staten en trekt na een vergelijking een aantal conclusies. Zo is er meer aandacht voor alcoholvrije opties en zijn de menukaarten na jaren van QR-codes en steriele borden vanwege covid, nu weer vaak fysiek en uitbundig versierd. Een andere bevinding is dat veel restaurants zijn afgestapt van de traditionele indeling per gang. Steeds minder 'voor', 'hoofd' en 'na', en steeds meer shared dining. De indeling die wordt aangehouden is dan: van klein naar groot. Volgens de krant geeft dit flexibiliteit aan gasten om alleen voor zichzelf te bestellen of om verschillende gerechten te delen.
Ook in de Nederlandse grote steden lijken anno 2024 de menukaarten vooral te bestaan uit shared dining gerechten, vaak – zoals The New York Times ook constateert –gepresenteerd van kleine gerechten naar grotere gerechten.
Maar wat we weten over trends is: als deze een piek hebben bereikt, ontstaat er vaak ook een tegenreactie.
Zo ook bij de uitgebreide menu’s waar shared dining centraal staat. Uit onderzoek van Britse keten Prezzo blijkt bijvoorbeeld dat steeds meer jonge generaties moeite hebben met bestellen. Vooral Gen-Z heeft het moeilijk: 34% ondervraagden tussen de 18 en 24 jaar geeft toe dat ze aan anderen vragen om in hun plaats de ober aan te spreken. Ook millennials bestellen steeds minder graag zelf. De uitgebreide menukaart is bij 38 % van hen de grootste boosdoener.
Op sociale media zijn al talloze humoristische video's in omloop rondom het concept shared dining, waarbij de net iets te kleine porties en de vaak hoog uitgevallen prijzen op de hak worden genomen.
Want ja, de prijzen in de horeca stegen in 2023 gemiddeld met 9%, en de verwachting is dat de prijzen in 2024 opnieuw zullen toenemen. Steeds vaker horen we het geluid, ook vanuit ondernemers zelf, 'de horeca moet toegankelijk blijven'. Zo lanceerde Michelin vorige maand een lijst met betaalbare sterrenzaken. En ook het succesvolle Amsterdamse visrestaurant Barracuda creëerde hun hele concept rondom schappelijke prijzen en toegankelijkheid voor een breed publiek. Wat zal deze tegenreactie verder betekenen voor de menukaart van 2024?
Bij een bezoek aan eetcafé de Druif vond ik het antwoord: de terugkeer van de daghap. Het iconische bruine café in Amsterdam werd in 2023 na tien jaar overgenomen door vier jonge dertigers. Hun motto: De Druif moest De Druif blijven, waar weinig zou veranderen. Maar één ding was wel nieuw: het broodje bal van Gilles van de Loo. De schrijver en voormalig Het Parool-recensent staat uit liefde voor het vak af en toe achter de bar bij het café. Hoewel de ondernemers het broodje bal zelf geen daghap noemen, heeft het alle kenmerken ervan: er is slechts één keuze, de portie is royaal, heeft een grote indulgence factor en voor slechts € 14,50 krijg je het geserveerd met frietjes en huzarensalade.
Wie weet, na alle keuzestress rondom shared dining, maakt de daghap in 2024 wel een comeback.