Een van de belangrijkste thema’s in verduurzaming is het verlagen van onze carbon footprint. Maar waar hebben we het nu eigenlijk over? Waarom is dit zo belangrijk? Wat is de impact in de foodsector en hoe kun je hier positief aan bijdragen? Deze maand geeft impactondernemer en duurzaamheidsstrateeg Wouter Staal een heldere uitleg aan de hand van drie bolletjes ijs.
In gewone taal verwijst carbon footprint naar de hoeveelheid broeikasgassen die wij uitstoten. De grootste component is CO2, maar er zijn ook andere vervuilende gassen zoals methaan en stikstofdioxide. Om de uitstoot van die verschillende gassen bij elkaar op te kunnen tellen, gebruiken we de meeteenheid CO2-equivalent. Het verlagen van de uitstoot is cruciaal omdat deze gassen een dekentje om de aarde vormen, waardoor deze opwarmt. Om de opwarming onder de 1,5 graad te houden, moet de uitstoot naar nul. Maar om effectief actie te ondernemen en het effect van maatregelen te begrijpen, moeten we eerst weten wat we uitstoten.
De rol van de foodsector
Even uitzoomen. Binnen de tien hoofdonderwerpen van duurzaamheid, onder ESG (Environmental, Social, and Governance), draait het in de eerste pijler (ESRS E1) om broeikasgasemissies. De voedselindustrie is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de wereldwijde uitstoot. Volgens Project Drawdown zijn er meerdere voedselgerelateerde activiteiten waarmee we binnen de 1,5 graad kunnen blijven en toch een rendabel bedrijf kunnen draaien. De grootste impact komt van het verminderen van voedselverspilling, gevolgd door de shift naar meer plantaardig eten en drinken.
Categorie | Onderwerp | Voorschriften |
Environmental (E) | ESRS E1: Klimaatverandering | Rapporteren van broeikasgasemissies, risico’s en kansen door klimaatverandering, reductiedoelstellingen. |
Environmental (E) | ESRS E2: Verontreiniging | Maatregelen en emissies van verontreinigende stoffen, naleving van milieunormen. |
Environmental (E) | ESRS E3: Water- en mariene hulpbronnen | Waterverbruik, impact op waterbronnen, maatregelen voor waterbeheer. |
Environmental (E) | ESRS E4: Biodiversiteit en ecosystemen | Bescherming van biodiversiteit, impact op ecosystemen, herstelmaatregelen. |
Environmental (E) | ESRS E5: Grondstoffen en afval | Grondstofgebruik, afvalbeheer, circulaire economie initiatieven. |
Sociaal (S) | ESRS S1: Eigen personeel | Arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid, diversiteit en inclusie. |
Sociaal (S) | ESRS S2: Werknemers in de waardeketen | Arbeidsrechten, veiligheid, en gezondheid van werknemers in de waardeketen. |
Sociaal (S) | ESRS S3: Aangrenzende gemeenschappen | Impact op lokale gemeenschappen, betrokkenheid en rechten van inheemse volkeren. |
Sociaal (S) | ESRS S4: Consumenten en eindgebruikers | Productveiligheid, privacy, en consumentenrechten. |
Governance (G) | ESRS G1: Bestuur en organisatie | Structuur en functioneren van bestuur, ethisch beleid, compliance en anti-corruptiemaatregelen. |
Klimaatneutraal?
In mijn vorige column schreef ik over hoe je kunt communiceren over je duurzaamheidsinspanningen. Transparantie, consistentie en de juiste onderbouwing zijn hierbij essentieel. De claim dat een bedrijf of product ‘klimaatneutraal’ is, is vaak misleidend. Dit komt doordat meestal alleen scope 1 en 2 worden gemeten en gerapporteerd, wat de directe uitstoot van je eigen operatie en de energie die je hiervoor nodig hebt, omvat. Dit valt echter in het niet bij de uitstoot in scope 3, die in veel gevallen meer dan 95% van de totale emissies van een bedrijf omvat. Scope 3 betreft de uitstoot in de toeleveringsketen (downstream), maar ook de uitstoot tijdens gebruik en bij de afvalverwerking (upstream). Het Science Based Targets initiative (SBTi) biedt richtlijnen om deze uitstoot in kaart kunt brengen volgens het GreenHouseGas-protocol.
“Scope 3 is vaak meer dan 95% van de totale emissies die een bedrijf uitstoot”
De uitdaging van scope 3 in de foodsector
Binnen de foodsector betekent scope 3 dat bedrijven verantwoordelijkheid dragen voor de herkomst van al hun ingrediënten: van de teeltwijze van gewassen tot het inkopen van bulkingrediënten, van transport tot verpakking, en van bereiding door de chef tot afvalverwerking. Het rapporteren van deze ketenuitstoot én het nemen van verantwoordelijkheid ervoor wordt nu Europees verplicht via CSRD-wetgeving voor grote bedrijven. Het vraagt om radicale transparantie en betrouwbare verifieerbare data, van gras tot glas en van zaadje tot karbonaadje. En dat heeft impact voor iedere leverancier in de keten.
Drie bolletjes ijs als voorbeeld
Laten we een gespecialiseerde ijsproducent als voorbeeld nemen. Deze producent maakt al jaren kwaliteitsijs en levert aan diverse foodservice-klanten, waaronder grote afnemers zoals bedrijfscateraars en attractieparken. Door de CSRD-rapportageverplichting vragen deze klanten sinds dit jaar plotseling naar de herkomst van ingrediënten en de uitstoot van de producent.
Voor de ijsproducent betekent dit niet alleen dat hij de emissie van zijn eigen faciliteiten en de ingekochte energie moet meten, maar ook die van al zijn leveranciers. Alleen zo kan de hele keten van een bolletje ijs in kaart worden gebracht. Waar koop je de melk voor het roomijs, het vanille-extract voor je vanilleijs, de aardbeien voor je sorbet en de sprinkles voor je discodip? Waar worden de oubliehoorns gemaakt en wie leveren daarvoor de grondstoffen? Uiteindelijk ga je terug tot de melkveehouder die de melk voor het ijs produceert. En dat voor elk van de ingrediënten.
Aan al die partijen ga jij dezelfde vragen stellen als jouw afnemers doen aan jou. Hoeveel emissies stoot jij uit en hoe bereken je dat? Werk je wel naar de juiste sociale standaarden? Gebruik je pesticiden? Ga je wel goed om met de natuur? En gebruik je groene energie voor de productie van ‘mijn’ grondstof?
De impact van scope 3
Scope 3 lijkt in eerste instantie alleen relevant voor grote bedrijven omdat zij er verplicht over moeten rapporteren, maar het heeft nu al grote impact op de hele keten. Bedrijven leggen hun toeleveringsketen onder het vergrootglas en nemen hun verantwoordelijkheid om uitstoot te verminderen. Daardoor verandert de aard van de gesprekken tussen klant en leverancier. Dit kan in het begin vreemd zijn, maar uiteindelijk werkt iedereen toe naar hetzelfde hogere doel: een betere wereld voor de volgende generatie.
Hoe ga je te werk?
Het klinkt misschien als onbegonnen werk om al die ingrediënten en hun leveranciers in kaart te brengen. Gelukkig zijn er slimme tools en digitale systemen die het berekenen van de emissies vergemakkelijken, zodat je uiteindelijk vrij eenvoudig je uitstoot kunt berekenen.
Het doel is niet alleen inzicht te krijgen in de uitstoot, maar vooral actie ondernemen. Door nú serieus werk te maken van duurzaamheid, speel je in op de behoefte van jouw grotere afnemers. Met de verzamelde data, opgedane kennis en verbeterplannen kun je vervolgens een nauwere samenwerking aangaan en betere commerciële condities afspreken. Want de scope 3 van jouw klant, is jouw scope 1, 2 en 3. Jouw verbeteringen zijn hun verbeteringen en die kun je met elkaar naar buiten brengen. Samenwerken, coalities vormen en ervaringen delen zijn cruciaal. Begin en leer gaandeweg. Het is een uitdagende route, maar wel één met veel voldoening en impact.
Over Wouter Staal
Van corporate marketeer tot impactondernemer tot duurzaamheidsstrateeg. Wouter is een verbinder pur sang, maar ook een pragmatist. Hij stond aan de wieg van Yoghurt Barn (later YB) en was een pionier op het gebied van eiwittransitie. Tegenwoordig helpt hij andere ondernemers en bedrijven om hun impact te vergroten en duurzaamheidsambities te versnellen.