Een aantal grote namen vallen, de branche schrikt ervan. ‘Als zelfs zij het niet meer redden, dan wil dat toch wel wat zeggen.’ Ja, dat zegt zeker veel, denk ik dan. Het zegt dat zelfs bedrijven met een grote naam het niet redden met die naam alleen. Het zegt dat het in deze tijd aankomt op behendig ondernemerschap. Het zegt ook dat die zaken op veel te veel momenten te veel lege stoelen hadden. Want laten we eerlijk zijn, als alle mensen die het zo erg vinden voor deze omgevallen bedrijven daar nou gewoon iedere twee weken waren gaan eten, dan waren die zaken niet failliet gegaan.

Wat is er aan de hand?

Normaal gesproken gaan er ieder jaar gemiddeld 200 horecabedrijven over de kop en nog eens zo’n aantal stopt zelf of moet min of meer gedwongen verkopen. In de coronajaren ging dat aantal naar bijna nul, omdat ondernemers tijdelijk geen belastingen hoefden te betalen en steun kregen. Nu de steun is gestopt, de schulden moeten worden terugbetaald en tegelijk ook veel kosten stijgen, zie je dat weer meer bedrijven noodgedwongen afhaken. Dat zijn er nu ongeveer net zoveel als voor corona. Je zou ook kunnen zeggen, over de afgelopen vier jaar gekeken, zijn het er nog altijd zo’n 600 ‘te weinig’. Mijn verwachting is dat die de komende tijd nog zullen volgen. En wellicht nog wel meer.

De consument is kritischer in het uitgeven van geld, simpelweg omdat er in veel huishoudens minder te besteden is door de inflatie. Alle kosten stijgen, maar die in de horeca liggen onder een vergrootglas. Als de prijs van een kop koffie of een biertje in de horeca stijgt, dan is het ineens ‘belachelijk’, ‘afzetterij’ en ‘toch niet meer normaal!’ Overigens denk ik dat het in sommige zaken op sommige momenten ook veel te duur is. Flexibele prijzen kunnen daar een oplossing zijn. Daarover schreef ik in een eerdere column. 

Maar het lag niet aan mij!

Groothandels merken ook dat er betalingsmoeilijkheden ontstaan. Veel ondernemers lijkt het te overkomen. Ze kijken als een konijn in de koplampen van de naderende vrachtauto. Terwijl er ook winnende ondernemers zijn, die juist nu klaar staan om uit te breiden. Wat me opvalt aan de reacties van de ondernemers die op dit moment afhaken, is dat zij bijna allemaal de schuld buiten zichzelf plaatsen. Toch wil ik de meest gebruikte argumenten waarom ‘het niet aan hen lag’ van een kanttekening voorzien:

“De mensen hebben minder te besteden”
Als je gasten minder uitgeven dan heb je óf meer gasten nodig óf betere marges. Wat heb je gedaan om meer mensen naar je toe te krijgen? Wat was je marketingplan, heb je meer momenten beschikbaar gemaakt dat gasten naar je toe konden komen? Heb je acties bedacht, heb je een professionele partij gevraagd met je mee te denken?

“Door het personeelstekort had ik te weinig medewerkers om vol te kunnen draaien”
Waarom zijn er bedrijven in jouw stad die dat personeelsprobleem (al heel lang) niet (meer) hebben? Wat heb je gedaan aan je moderne werkgeverschap? Wat heb je gedaan aan werving, binding en groei van medewerkers? Is er een tekort aan personeel, of ben je niet goed genoeg in het binden van mensen?

“De coronaschulden waren te hoog”
Was het in alle maanden dat je belasting uitstelde wel nodig om dat te doen of heb je die extra financiële ruimte in de coronaperiode misschien ook een ietsiepietsie gebruikt om iets comfortabeler te leven dan noodzakelijk was? Wat heb je in het afgelopen jaar gedaan om een plan te maken om financieel adem te kunnen halen in overleg met schuldeisers, inclusief de belastingdienst?

“Alles is te duur geworden en ik ga daar niet in mee”
Dit hoor ik heel veel. Ondernemers die niet de prijs durven te vragen die ze moeten vragen omdat ze vinden dat het dan te duur wordt. En wat krijg je dan? Een iets duurdere kop koffie zónder lekker koekje, zónder glaasje water, zónder planten en bloemen in de zaak, zónder lachende medewerker en zónder fijn gevoel. Omdat de ondernemer voor jou heeft beslist dat de koffie niet veertig, maar slechts tien cent duurder mocht worden. En dat je dus moet inleveren op alles wat normaal het prijsverschil tussen horeca en supermarkt verklaart.

Ondernemen gaat niet vanzelf. Het is een kwestie van honderd ballen in de lucht houden en ook in de spiegel blijven kijken. Wat heb ík niet goed gedaan? Wat kan ík morgen beter doen. Als je stopt met reflecteren op jezelf, dan blijven alleen anderen over om de schuld te geven en dan weet je dat je hebt verloren.

---

Over Wouter Verkerk

Wouter Verkerk schrijft columns, blogs en boeken over gastvrijheid. Hij ontwikkelde diverse gastvrijheidsmodellen. Hij is een veelgevraagd spreker op het gebied van horeca en gastvrijheid en begeleidt horecaondernemers en hun teams door heel Nederland. 

Deze column verscheen eerder op wouterverkerk.nl.

Fan van de columns van Wouter? Lees dan hier waarom hij vindt dat veel teams veel beter zijn dan hun baas »