Van 18 tot en met 20 september transformeert Rotterdam Ahoy weer voor drie dagen in een proeftuin voor de horeca. Dit jaar organiseert Gastvrij Rotterdam haar 10e editie. Duurzaamheid en talentontwikkeling zijn zoals ieder jaar de rode draad in de programmering. In aanloop naar het evenement spraken we met beursdirecteur Robert Melaard over het sentiment in de markt, talentontwikkeling en vernieuwing op de beurs.
Hoewel we de lockdowns gelukkig achter ons hebben gelaten, is 2023 tot nu toe allesbehalve een ‘normaal’ jaar geweest voor de horeca. Wat is het sentiment dat jij proeft in de markt?
“De gesprekken die we in aanloop naar ons evenement voeren, zijn voor ons een soort barometer van wat er in de markt gaande is. In de voorbije weken ging het vooral over de economische ontwikkelingen, maar ook vaak over de temperatuur. Ondernemers hebben na alle coronasores enorm uitgekeken naar een goed voorjaar en een knallende zomer, met bomvolle terrassen. En dat valt tot nu toe vies tegen. Ik hoor bedrijven die min 20% draaien ten opzichte van vorig jaar, en dat zijn echt geen uitzonderingen. Dat sijpelt ook door naar onze exposanten. Desondanks spreken we ook ontzettend veel ondernemers en leveranciers die met heel veel frisse moed en een enorme drive aan het ondernemen zijn. Dat blijft toch telkens weer een hoopvol gegeven: in onze sector komt altijd de ondernemersgeest boven drijven.”
Vorig jaar had je qua exposanten- en bezoekersaantallen het beste jaar ooit. Wat is de verwachting dit jaar?
“Dit jaar gaan we er waarschijnlijk weer net iets overheen. Ongekend eigenlijk. We zijn blij dat we zo in een behoefte kunnen voorzien. Exposanten vinden onze beurs en het moment in september een fijne gelegenheid om zichzelf te presenteren aan de horecaondernemers en managers. Voor ondernemers is het voordeel van onze timing in het naseizoen, dat ze nog ruim voldoende tijd hebben als ze willen inspelen op de feestdagen of hun concept willen aanpassen in aanloop naar het nieuwe jaar. Daardoor is het een belangrijk oriëntatiemoment geworden in het jaar.”
Wat is jouw elevator pitch aan iemand die nog nooit op Gastvrij Rotterdam is geweest en niet zo goed weet wat het inhoudt?
“Het is onze missie om horecaondernemers met minimaal tien nieuwe ideeën voor hun eigen bedrijfsvoering weer naar huis te laten gaan. Dat doen we in de eerste plaats met bijna 500 food en non-food leveranciers, die samen alles bieden wat je als horecaprofessional nodig hebt voor je bedrijfsvoering. Dat larderen we met een mooi randprogramma met spannende vakwedstrijden, waar ook jonge talenten een podium krijgen, en waar je bijvoorbeeld inhoudelijke masterclasses kunt bijwonen van vakexperts. Bezoekers zijn gemiddeld tussen de drie en vijf uur op de beurs en wij willen dat ze met een enorme bak aan inspiratie weer naar huis gaan. En liefst ook met een aantal ideeën waarmee ze direct de volgende dag mee aan de slag kunnen.”
“Toen ik in 2011 nadacht over een nieuwe vakbeurs, kreeg ik tijdens mijn founding partner meetings vaak de opmerking, ‘Je gaat geen beurs-beurs organiseren, hè?’ Toen ik dat drie keer achter elkaar gehoord had, zei ik: ‘Het is typisch om jullie enerzijds te horen zeggen dat ik geen beurs-beurs mag organiseren, maar in dezelfde zin vraag je me ook om een plek waar je jouw spullen kunt neerzetten.’ Dus ik zei: ‘In de volksmond noemen we zo’n plek een stand. En als jullie allemaal een stand willen, dan organiseren we gewoon een beurs-beurs. En daar is helemaal niets mis mee.’ Waar wij als Gastvrij Rotterdam uiteindelijk het verschil maken, is hoe we de beurs arrangeren en programmeren, hoe we de hallen aankleden, uitlichten en decoreren. We bakenen ook onze doelgroep scherp af, met een focus op ondernemers en managers in het midden- en hoogsegment. Daarin zijn we echt onderscheidend ten opzichte van wat er is aan events in de markt.”
Is er een centraal thema voor de beurs?
“Duurzaamheid en talentontwikkeling zijn door de jaren heen voor ons de belangrijkste centrale thema’s die overal in doorwerken. Het duurzaamheidspaviljoen ‘Dat smaakt naar meer!’ is al vanaf de eerste editie een vaste waarde op de beursvloer en nog altijd zeer populair. Was je tien jaar geleden echt een voorloper als je al bezig was met duurzaam ondernemen, nu diskwalificeer je je als bedrijf als je niet nadenkt over verduurzamen. En ook talentontwikkeling wordt, met het gillend tekort aan goede mensen, alleen maar relevanter. Hoe en waar vind je de mensen met het juiste DNA voor deze sector? Dat blijft een doorlopend punt van aandacht. Daarom is het zo belangrijk om nieuwe helden te creëren en een podium te bieden waarop talenten zich kunnen laten zien en zich verder kunnen ontwikkelen. De Nederlandse Bocuse d’Or-finale is daar een geweldig voorbeeld van. Als je als jonge chef komt kijken naar zo'n wedstrijd en je ziet die gasten op topniveau strijden, onder leiding van een fantastische sterrenjury… Dat is zo inspirerend!”
Op de foto, beursdirecteur Robert Melaard
Wat is er dit jaar nieuw of bijzonder in de programmering?
“Bij de laatste editie in 2022 hebben we een extra wedstrijdarena gebouwd, waarmee de vakwedstrijden een nog belangrijker onderdeel van onze programmering zijn geworden. Een keer per twee jaar hosten wij de nationale Bocuse d’Or-finale, dat is echt een hoogtepunt. Als wij de beursopening doen, zijn zij al volop aan het strijden. Het zijn toch de Olympische Spelen van de kookwedstrijden wereldwijd. Er zijn steengoede kandidaten, een fantastische jury, mooie sponsoring en een indrukwekkend prijzenpakket voor de winnaars. Qua wedstrijden hebben we daarnaast dit jaar de primeur van de eerste finale van de Green Chefs Hat. Een gloednieuwe wedstrijd die in samenwerking met het Gastronomisch Gilde wordt georganiseerd en helemaal in het teken staat van plant-based koken.”
“In de coronajaren was het voor chefs lastig om zich vrij te maken of vrij te krijgen van hun werk om aan een wedstrijd mee te doen. Dat was dit jaar wel anders. Bij Bocuse d’Or hebben we een cook-off moeten doen, omdat we simpelweg te veel topkandidaten hadden. Uiteindelijk hebben we in plaats van vijf, nu zes wedstrijdunits neergezet. Bij de voorrondes voor de Gouden Koksmuts zagen we hetzelfde verhaal: zo bizar veel aanmeldingen en ook zo’n hoog niveau.”
“Verder is het motto dit jaar: koester het goede. De collectieven van Het Nieuwe Nassen en Verspilling is Verrukkelijk hebben vorig jaar een goede eerste beurs gedraaid, dus die zien we weer terug. Het NK Sabreren werd vorig jaar voor het eerst georganiseerd en dat was een groot succes. Dat komt dus weer terug. En ook de jamsessies in samenwerking met Gault & Millau waren een eclatant succes. Dus na de try-out vorig jaar, hebben we dit jaar besloten ze opnieuw op te nemen in het programma.”
Wanneer is deze 10e editie van Gastvrij Rotterdam voor jou geslaagd?
“Het is fantastisch om te zien dat na zoveel edities, inmiddels zo’n 17.000 vakbezoekers in beweging komen rondom het evenement Gastvrij Rotterdam. Als organisator is natuurlijk je ultieme doel dat je exposanten een goede beurs draaien en dat je bezoekers naar huis gaan met frisse energie en het gevoel dat ze een welbestede middag hebben gehad. Als die opzet slaagt, dan ben ik tevreden. En daarin gaat kwaliteit echt boven kwantiteit. Vorig jaar hadden we bijna 17.000 unieke bezoekers. Als het er dit jaar 16.000 zijn die na afloop allemaal superblij zijn, dan ben ik nog steeds tevreden. En als het er 18.000 zijn en we kunnen ze dezelfde kwalitatieve beursbeleving bieden, dan ben ik natuurlijk nog meer tevreden. Maar in de basis willen we alleen groeien met behoud van kwaliteit.”