Familiebedrijf FEBO is cultureel erfgoed. De keten, bekend vanwege de automatiek, staat al sinds de oprichting in 1941 onder leiding van de familie De Borst. Dennis de Borst is de huidige directeur/eigenaar en kleinzoon van oprichter Johan Izaäk de Borst. “Ik zit hier niet alleen om geld te verdienen”
Foto's door: Kees van Duinhoven
Dit is geen verhaal over een snackbar.
FEBO, vernoemd naar de Ferdinand Bolstraat in Amsterdam, heeft andere roots dan ‘zomaar’ een frituurketen. Het bedrijf, dat inmiddels ongeveer tachtig vestigingen door heel Nederland heeft, is begonnen als banketbakker. Dennis de Borst, directeur van FEBO sinds 2017, denkt, droomt en handelt nog steeds vanuit diezelfde traditie.
“Mijn grootvader opende in 1941 de eerste FEBO, samen met zijn vader. Hij was pioenrozenkweker, dus kwam uit een heel andere hoek, hoewel hij wel ondernemend was. Maar mijn opa was in opleiding als banketbakker in Amsterdam. Hij was het die heel graag een banketbakkerij wilde openen aan de Ferdinand Bolstraat. Het duurde hem te lang voor er een geschikt pand vrijkwam, dus startte mijn overgrootvader in 1941 aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. Na anderhalf jaar nam mijn opa het over.”
“Wij werken vanuit de beroepseer van een banketbakker.”
De eerste FEBO was dus meer patisserie dan friterie. Maar als er iets als een rode draad door de geschiedenis van het merk loopt, is het wel de drang tot vernieuwing. FEBO is stilletjes en op de achtergrond een van de meest innovatieve bedrijven in food. Opa de Borst zocht al snel naar nieuwe manieren om omzet te draaien. “Hij begon in de avonduren snacks te maken en die verkocht hij in een warmhoudkastje vanuit de bakkerij. Dat was zo’n succes dat hij in 1960 het woonhuis op de hoek verbouwde tot automatiek. De keukenbereiding van de bakkerij was gekoppeld aan de woning. We hebben de automatiek niet geïntroduceerd in Nederland, maar wel groot gemaakt. Mijn vader is na verloop van tijd in het bedrijf gegroeid en heeft het aantal vestigingen flink uitgebreid. Het werden onder zijn leiding automatieken, maar wel met de ziel van de patisserie. Het receptenschriftje van mijn opa uit 1936 is nog altijd leidend voor onze verse productie.”
Helden
Als Dennis over zijn opa en vader vertelt klinkt trots door. Het was dan ook niet meer dan logisch dat hij het familiebedrijf voortzette. De drie generaties De Borst hebben de liefde voor het bedrijf in het bloed. “Ik wist altijd al dat ik in de zaak wilde werken. Ik heb nooit iets anders overwogen. Toen ik zeven jaar was reed ik al mee met de chauffeurs. Dingen tillen, helpen met inladen. Ik vond het altijd geweldig.”
Als zevenjarige is het nog logisch dat je vader je held is. Als hij dan ook nog eens eigenaar is van een keten van automatieken, ben je al helemaal de koning van het schoolplein. Maar doorgaans gooit de puberteit roet in het eten. Dan valt vader van zijn voetstuk en krijgen jonge jongens vaak heel andere interesses dan het familiebedrijf. Maar de liefde van Dennis groeide ononderbroken voort. “Het liefste wilde ik iedere ochtend met mijn vader mee. Ook toen ik tiener was. Mijn vrienden gingen in de zomer op vakantie en ik ging extra werken. Ik vond dat het allerleukste om te doen. Juist ook om met mijn vader te werken. We waren altijd samen als eerste op de zaak en gingen als laatste weg. Tot zijn hartinfarct in 2005. Toen moest hij iets meer rust nemen.”
Trots en traditie
Het werk ís zo mooi omdat Dennis voelt dat hij onderdeel is van een traditie. “Ik denk nog steeds bij heel veel beslissingen: ‘hoe zouden mijn opa en mijn vader dat aanpakken?’ Dat is mijn standaard. Wij doen geen concessies aan de familierecepten. Bezuinigen niet op kwaliteit. Als morgen de roomboter tien keer zo duur wordt gebruiken wij er niet minder van in onze producten. Andere producenten kijken naar het economische plaatje, wij kijken vanuit de beroepseer van een banketbakker. Receptuur is voor ons heilig. Wij koken bouillon met vers vlees, verse kruiden en verse groente voor onze ragout. Dat staat hier de hele nacht op. Dat is de trots van de patissier die wij meedragen. We noemen onszelf wel de grootse banketbakker van Nederland en daar handelen we naar, zo denken wij. We draaien wel aan knoppen van zout en vet om de recepten gezonder te maken, maar nóóit mag de smaak eronder leiden. Het ambacht en de pure kwaliteit van de ingrediënten, dat is tweede natuur voor iedereen hier in het bedrijf.”
Cultmerk en lovebrand
Die topkwaliteit is lange tijd gekoppeld aan een eenvoudige uitstraling. Gele lichtbakken, rode letters en een ouderwets logo. Wie kwaliteit koppelt aan een, laten we zeggen, nostalgische marketing en merkbeleving, kan terechtkomen in de hoek van cultmerk. Wie cultmerk is en toch authentiek blijft en kwaliteit biedt, groeit uit tot lovebrand. En dat is exact hoe FEBO in de markt bekend staat.
Het geheim van FEBO is de aandacht voor het ambacht. Het familieverhaal is misschien niet bij iedereen békend, de kwaliteit van de patissier is wel hérkend. “We hebben niet voor niets zoveel fans. Mensen die nu tachtig of negentig zijn zeggen ons dat ze nog steeds precies het kroketje van vroeger proeven. Dat ís ook zo. Mijn opa was ook altijd gul met de recepten voor zijn kroketten. De concurrentie mocht alles weten. Hij wist toch wel dat ze het nog geen drie maanden vol zouden houden om zo te werken als hij. Daar moet je voor werken, daar moet je geld aan uitgeven, energie insteken en liefde voor voelen.”
“Ik denk nog vaak: hoe zouden mijn vader en opa dít aanpakken?.”
Ondanks dat inzicht kan Dennis soms nog steeds versteld zijn van de impact van zijn merk. “Ik was een keer met mijn zoon bij een wedstrijd in de Johan Cruijff Arena toen hij nog jong was. Hij zei: ‘Papa, iedereen heeft het hier over FEBO’, ik had dat niet eens in de gaten. Maar al die 55.000 bezoekers in het stadion zijn opgegroeid met FEBO en hebben warme gevoelens bij het merk. En we besloten een tijd geleden merchandise te gaan verkopen om een beetje te spelen met ons imago van cultmerk. Dus we hadden mooie slippers laten maken om wat reuring te krijgen. Dat hebben we geweten. De website klapte er meteen uit omdat duizenden mensen zaten te refreshen om slippers te bestellen. Binnen twee dagen waren we door alle voorraad heen en we hebben vrienden en familie op moeten trommelen om de bestellingen te kunnen versturen. Dat zijn momenten dat ik zelf ook weer even sta te kijken van de impact van ons merk.”
Dat is toch opvallend. Een volle Arena die het heeft over FEBO, tachtigjarigen die met weemoed spreken over je product, dan moet je toch wel weten dat je iets bijzonders neer hebt gezet waarmee je de harten hebt veroverd? Voor het eerst moet Dennis even nadenkenen en valt een korte stilte. “Dat klopt wel ja. Het blijft een verrassing als mensen zó enthousiast zijn. Ik zie dat niet aankomen omdat ik het gewoon normaal vind hoe wij ondernemen”, peinst hij. “Ik zit hier niet om geld te verdienen. Ik wil mensen gelukkig maken en weet zeker dat ze terug zullen komen als ik ze nooit minder geef dan het allerbeste. Dat is onze drijfveer, van iedereen in het bedrijf en daar denken we nooit over na.”
Hipsterproof
Dat je een lovebrand bent, betekent niet dat blijft hangen in nostalgie. Met de focus op ouderwets ambacht is FEBO eigenlijk heel modern. De marketing is volledig vernieuwd en de ingrediënten en het assortiment zijn al tientallen jaren volledig hipsterproof: lokale boeren die de aardappels leveren voor de frites, rundvlees en kalfsvlees van een slager uit de regio dat een goed leven heeft kunnen leiden, volop lekkere vega opties en al ver voor de muziek uit met het afscheid van plastic bakjes… “We hadden zelfs jaren geleden al een dark kitchen in Amsterdam”, haalt Dennis een herinnering op. “Wat een ramp was dat zeg. We werkten met eigen scooters en dat was gewoon het wilde westen. Er werd schade gereden, onze scooters werden opgevoerd… je merkte aan alles dat het bezorgen begon op het moment dat wij naar huis gingen. Het familiegevoel ontbrak.”
“In een familiebedrijf onderneem je niet op de korte termijn.”
Ouderwets ambacht in de bereiding en altijd vernieuwing in de bedrijfsvoering. Maar heeft de vernieuwing die FEBO ooit introduceerde in de vorm van de automatiek niet haar langste tijd gehad dankzij corona? Snacks die in de muur liggen, zonder dat je weet wie er voor jou aan het klepje gezeten heeft… het publiek zou er zomaar klaar mee kunnen zijn. “Welnee. We zijn ook met corona al die tijd gewoon open gebleven en natuurlijk is het rustiger in de winkels, maar de mensen maken naar verhouding nog altijd graag gebruik van de automatiek. We hebben ook niet stilgezeten. In Hong Kong liet ik ruim 10 jaar geleden al nieuwe loketautomaten ontwikkelen. Allemaal juist perfect gestuurd op temperatuur, energiezuinig en veilig dankzij contactloos betalen. Supermodern en klaar voor postcorona.”
Honderd jaar FEBO
De onmiddellijke toekomst lijkt dus veilig. En ook de langere termijn lijkt continuïteit te bieden. “Als je onderneemt in een familiebedrijf onderneem je niet voor de korte termijn. Je denkt na over de families die afhankelijk zijn van jouw bedrijf voor hun inkomen en over wat jouw beslissingen vandaag teweegbrengen over tien of twintig jaar, als misschien een van je kinderen het over zal hebben genomen. Ik heb ze nooit gepusht om in de zaak te komen werken, maar zowel mijn zoon als mijn dochter vinden het leuk hier te werken. Ik doe het samen met mijn vrouw die hier ook al ruim twintig jaar aan meewerkt, mijn zoon doorloopt nu, net als ik, alle facetten van het bedrijf zodat hij ieder detail volledig kan doorzien als hij mij in de toekomst op zou willen volgen. En mijn dochter maakt de filmpjes voor het FEBO Tiktokaccount. Dat vind ik geweldig. En als ik iets verder vooruit kijk denk ik erover na hoe we er over twintig jaar bijstaan. FEBO is nu tachtig en we hebben ongeveer tachtig vestigingen. Het zou toch schitterend zijn als we straks als we een eeuw oud zijn ook honderd vestigingen zouden hebben?”