Het Amerikaanse Mill biedt een all-inclusive foodwaste-recyclingservice voor thuis

Matt Rogers is de oprichter en CEO van Mill, een Amerikaanse start-up die voedselverspilling tegengaat door consumenten hun voedselresten thuis te laten composteren en daarna om te zetten in veevoer. Het toonaangevende TIME Magazine tipte het als een van de 'best inventions of 2023'. Rogers gelooft dat je voedselverspilling effectief kunt aanpakken door de combinatie van slimme technologie en een goed ontworpen gebruikerservaring. Volgens Rogers is zijn oplossing de allereerste 'table-to-farm' oplossing.

Afval is na beton in volume het belangrijkste ‘product’ dat wij als mensheid produceren. Een groot deel van het afval dat op de vuilnisbelt belandt, is voedselafval en veel daarvan is afkomstig van huishoudens. Als voedselverspilling een land was, zou het na China en de VS, de op twee na grootste uitstoter van broeikasgassen zijn. "Dat gegeven schokte me. Ik had geen idee hoe groot het probleem was. Maar gelukkig is het ook een probleem dat we met elkaar kunnen (en moeten) oplossen."

"Als voedselverspilling een land was, zou het de op twee na grootste uitstoter van broeikasgassen zijn"

"In 2020, op het hoogtepunt van de corona-pandemie, kreeg ik een telefoontje van een oud-collega van Google, Harry Tannenbaum. Hij is een slimme gast en ik heb veel respect voor hem. Hij belde me omdat hij speelde met het idee voor een gedecentraliseerde infrastructuur voor voedselafval. Dat klonk me in eerste instantie nogal vreemd in de oren, maar al snel maakte hij zijn plannen duidelijk door de vergelijking te maken met de energie-industrie en hoe die in de afgelopen 20 jaar sterk is gedecentraliseerd. ‘Vroeger hadden we uitsluitend grote elektriciteitscentrales die onze energie leverden, maar nu hebben we ook zonnepanelen, windturbines en thuisbatterijen.’ Hij vroeg me: ‘Zouden we iets soortgelijks kunnen doen met afval?’"

De vraag intrigeerde Rogers. "In mijn jaren als investeerder, had ik gemerkt dat afval een belangrijk duurzaamheidsthema was dat vaak over het hoofd wordt gezien. Dus ik besloot dat dit idee de moeite waard was om verder uit te diepen. Harry en ik brachten een paar adviseurs en wat vrienden bij elkaar die zich er samen met ons in vast wilden te bijten." En ook al was 2020 niet de makkelijkste tijd om een nieuw bedrijf te starten, de timing bleek ook onverwachte kansen te bieden. "Het bijzondere was dat iedereen tijd had om ons te helpen. Welke professor, overheidsfunctionaris of industrie-expert we ook benaderden voor advies, kennis of connecties, iedereen beantwoordde de telefoon of e-mail. Iedereen. Dat was het unieke van 2020."

De sleutel is gedragsverandering

"Als we naar oplossingen voor het probleem van voedselafval kijken, zit de uitdaging vooral in het veranderen van consumentengedrag. Het weggooien van afval is een noodzakelijk kwaad en voor velen een dagelijkse routine. Niemand vindt afval leuk. Niemand houdt van ongedierte of fruitvliegjes of van het sprintje door de gang met een lekkende afvalzak. De makkelijkste manier om ermee te dealen is het zo snel mogelijk uit ons leven te bannen en weg te gooien. Dat is hoe we het met zijn allen ons systeem van afvalverwerking hebben ingericht. Maar zo hoeft het niet te zijn. Alleen als we afval weggooien, recyclen en composteren leuk, aangenaam of in ieder geval gemakkelijk maken, kunnen we consumenten verleiden om hun gedrag aan te passen. Dat is een belangrijke les die ik heb geleerd van mijn tijd bij Nest: als je van het ‘juiste’ gedrag, de makkelijkste optie maakt, is de consument bereid om dit aan te nemen als het nieuwe standaardgedrag."

Dus ontwikkelden Rogers en zijn companen een nieuw verwerkingssysteem voor voedselafval van huishoudens. Dat bestond uit twee facetten. Het eerste deel is de hardware: ze ontwikkelden een nieuw soort afvalbak voor in de keuken. Een innovatie: de afvalbak droogt het voedselafval, laat het in volume slinken en elimineert de nare geur. De compostbak verwerkt al het niet opgegeten voedsel tot een nieuwe grondstof, die nog het meest lijkt op ingedroogde koffiedik. In feite zijn deze ‘food grounds’ gewoon gedroogde voedselresten. Ze stinken niet, ze rotten niet, ze zijn lang ‘houdbaar’ en hebben nog maar een fractie van het oorspronkelijke volume. 

Van keukentafel terug naar de boerderij

Omdat voedsel voor zo’n 80% uit water bestaat, blijft na het drogen maar een klein deel over. Dat gegeven zorgde ervoor dat Rogers ook een nieuw soort recycling-logistiek kon opzetten: een efficiënte manier om het afval terug naar Mill te sturen. Niet met grote vuilniswagens, maar via pakketpost. Een of twee keer per maand stuurt een gebruiker de gedroogde voedselresten terug in een speciale retourdoos. Via de app laten klanten de postservice weten dat er een pakketje klaarstaat. De doos is vooraf gelabeld, wordt door de klant bij de voordeur gezet, de postbode haalt het op en brengt het terug naar Mill voor verdere verwerking.

"Het beste wat je kunt doen met voedselresten, is het verwerken en alsnog opeten; maar het op één na beste alternatief is om het aan dieren te voeren", aldus Rogers. "Dat is wat we bij Mill doen. We laten de food grounds bij de gebruiker ophalen, pasteuriseren deze gedroogde etensresten, halen alle verontreinigingen eruit, testen op voedselveiligheid en verwerken het vervolgens tot ingrediënt voor kippenvoer. Het zorgt voor een keten waarin boer en consument dichter bij elkaar komen. In die zin sluit het aan bij de populaire farm-to-table beweging, maar ik denk dat wij de eersten zijn die beweging terug maken, van table-to-farm, ofwel van de keukentafel terug naar de boerderij.”

Focus op design, gemak en besparing

De afvalbak zelf is stijlvol gedesigned. "Een apparaat dat in je huis staat en wat je dagelijks gebruikt, moet ook mooi zijn, anders wil niemand het hebben." De afvalbak is gemaakt van roestvrij staal, is ongeveer een meter hoog, heeft een voetpedaal, is wit aan de buitenkant met een hout-look bovenkant. Alles is erop gericht om het voor de klant aantrekkelijk te maken om te gebruiken. "De afvalbak is heel intuïtief in gebruik. Je gooit gewoon je voedselresten erin en verder hoef je er niet over na te denken. Het hele proces voltrekt zich automatisch. Easy peasy."

Mill werkt volgens een alles-in-één-abonnement. "Dat is nog een belangrijke les die ik van Nest heb meegenomen. De consument wil ontzorgd worden. De afvalbak, de terugstuurservice, nieuwe koolstoffilters, garantie, het is allemaal gebundeld in een lidmaatschap voor ongeveer een dollar per dag, 33 dollar per maand. Er zijn geen opstartkosten, er is geen borg. Toen we aan de slag gingen met deze circulaire oplossing, hebben we ook met die bril op naar de hardware gekeken. We willen geen nieuwe afvalstroom creëren met apparatuur die na een paar jaar alweer vervangen moet worden. Dus hebben we een zeer robuuste afvalbak ontwikkeld, die bedoeld is om heel lang mee te gaan en die we dus ook weer terugnemen als het abonnement wordt stopgezet."

Schaalbaar businessmodel

Het concept van Mill is ontwikkeld op de groei, zodat het makkelijk op te schalen is. Aan de productiekant wordt gewerkt met een aantal grote partijen die een volumegroei in het aantal afvalbakken makkelijk aankunnen. Aan de logistieke kant is het werken met de post een geleidelijk groeimodel. "Het is een fantastische kans om samen te werken met partijen die al een fijnmazige distributie hebben. Al die vrachtwagens zitten iedere dag op de weg, maar gaan meestal leeg weer terug. Vanuit milieuoogpunt is het slim omdat er voor deze service dus niet méér vrachtwagens de weg op hoeven en vanuit zakelijk oogpunt is het ook ideaal omdat we heel snel kunnen opschalen zonder dat we meer materieel of extra chauffeurs nodig hebben." Tot slot is ook de eenvoud van het composteerproces iets waar bewust naar is gezocht. Voor de omzetting van voedselresten naar veevoer is geen nieuwe input nodig: het gaat vooral om filteren, sorteren en zeven.

“Bij Mill hebben we veel knowhow over hoe je het gedrag van klanten blijvend kunt veranderen. Een van de eerste lessen die we bij Nest hebben geleerd, is dat je mensen betrokken kunt houden door ze te laten zien welke impact ze hebben.” In de afvalbak is een weegschaal ingebouwd, zodat Mill precies weet hoeveel voedselafval er is verzameld. Omdat het bedrijf ook zelf de recycling-logistiek organiseert, kunnen ze precies uitrekenen hoeveel impact elk huishouden heeft op het milieu. “We zijn begonnen met het verstrekken van maandelijkse impactrapportages over hoeveel voedselafval je als huishouden hebt geproduceerd en hoeveel impact je hebt gehad door het te recyclen in plaats van gewoon weg te gooien. Op termijn kunnen we ook inzichten en tips gaan verschaffen over hoe je minder kunt verspillen, bijvoorbeeld aan de hand van benchmarkgegevens, waarbij we afvalstromen vergelijken met die van directe buren of vergelijkbare huishoudens. Het doel is dat we mensen bewust maken van hoeveel voedselverspilling ze veroorzaken, zodat ze uiteindelijk alleen nog maar kopen en koken wat ze nodig hebben."