Vierde kwartaal heeft weinig goeds voor foodservice in petto
Minister van Financiën Wopke Hoekstra noemde het 'sturen in de mist'. Het kabinet Rutte heeft dan wel een ruime begroting gemaakt, maar de onzekerheden in de markt zijn zo groot dat economische voorspellingen op drijfzand zijn gebaseerd. In diezelfde mist zoeken bedrijven in foodservice naar houvast. Halen we de volgende Prinsjesdag nog wel?
In tegenstelling tot de bankencrisis in 2008 waarbij de financiële teugels flink werden aangehaald, stimuleert het kabinet dit keer de economie. Tussen de tien en twintig miljard euro wordt vrijgemaakt om de koopkracht van burgers overeind te houden, banen te behouden en bedrijven en zzp'ers door de winter heen te helpen.
Voor de getroffen bedrijven in foodservice biedt de miljardennota echter schrale troost. De derde NOW-regeling mag dan gelden tot 1 juli 2021, de voorwaarden voor steun worden strenger en vergoedingen lager. De steun over 9 maanden kent een geleidelijke afbouw van vergoedingspercentages: van 80%, naar 70% naar 60%. Of dit voldoende is om een zware neergang te voorkomen is de vraag. Hoekstra: "Regeren ten tijde van crisis is als sturen in de mist."
In die corona-mist zoeken veel horecabedrijven, cateraars, festivalorganisatoren en congreslocaties naar een strategie. Veel ondernemers en managers worstelen met de vraag of het bestaande businessmodel voldoende soelaas biedt in het 'volgende normaal' dat zich aandient. Duidelijk is dat er een aantal sectoren in foodservice uiterst kwetsbaar zijn: aanpassing en innovatie zijn nodig om te overleven.
Zo staat de toekomst van het bruine café op het spel. De anderhalvemetereconomie biedt tijdens de herfst en winter weinig kansen voor spontane gezelligheid aan de toog, laat staan voor feestjes en partijtjes. Bedrijfscateraars hebben te kampen met een structurele terugval in omzet doordat meer mensen thuis werken. De vraag in directiekamers wordt hardop gesteld of het bedrijfsrestaurant nog wel toekomst heeft: is bezorging van de lunch niet goedkoper en efficiënter? Beurs- en festivalorganisatoren sluiten het rampjaar 2020 en hopen op een werkend vaccin in 2021. Is dat er niet, dan volgt er een harde sanering.
De hotellerie in de hoofdstad krimpt. Na zeven vette jaren met recordomzetten, is de komende jaren schraalhans koning. Het inkomend toerisme keert heel langzaam terug. Ontslagen, dalende kamerprijzen en sluiting is het antwoord. Hotels gaan definitief dicht of krijgen een andere bestemming.
Met andere woorden: de winter komt eraan een heeft weinig goeds voor foodservice in petto. Als de kou het land in komt, is dit koren op de molen van het venijnige virus. De kans op regionale lockdowns is reëel gezien de stijging van het aantal besmettingen. De horeca –uitgezonderd de hotellerie in grote steden – heeft dan wel een relatief goed laatste kwartaal gedraaid sinds de heropening per 1 juni, het vet op de botten is er inmiddels wel van af. In de gure economische tegenwind die op ons af komt, overleven alleen de sterksten en slimsten.