Wie denkt aan duurzaam, ziet al snel kleine merken en lokale ondernemers voor zich. Geen verkeerde gedachte misschien, maar niet het complete plaatje. Duurzaamheidsmanager Eva Amsterdam van Coca-Cola Europacific Partners vertelt over de ambities en uitdagingen van de marktleider. “Coca-Cola in Nederland is veel lokaler dan je misschien denkt.”
Duurzaamheid is een containerbegrip waaronder meer valt dan op het eerste gezicht duidelijk is. Watergebruik, energie, gezondheid, teelt en CO2-footprint, álles is eigenlijk belangrijk. Een gigantische uitdaging dus, maar Amsterdam lijkt als een menselijke dynamo juist energie te krijgen van weerstand. “Ik dacht toen ik over deze functie hoorde, dat Coca-Cola een groot merk was en dat ik hier niet moest zijn om het verschil te maken voor een betere wereld. Maar als marktleider kun je wél een groot verschil maken en toen ik me verdiepte in de plannen en ambities zag ik dat hier juist enorm veel mogelijkheden liggen.” Een eerste misverstand dat breed leeft, werkt Amsterdam direct maar uit de weg. “Coca-Cola en de andere dranken die bij het bedrijf horen, worden niet in Amerika geproduceerd, maar juist heel lokaal. 85% van onze drankjes wordt gemaakt in onze fabriek in het Brabantse Dongen. Als we suiker gebruiken halen we dat uit lokale suikerbieten en het water voor onze frisdranken komt uit een lokale bron.”
Kritisch op de keten
Met de korte keten van bron tot bar zit het dus verrassenderwijs wel goed. Maar met ‘alleen’ lokaal is pas een klein deel van de doelstellingen van Amsterdam en Coca-Cola gerealiseerd. “We denken na over de problemen van deze tijd en proberen oplossingen te vinden die echt een verschil maken. We zijn bijvoorbeeld overgestapt op 100% gerecycled plastic voor al onze plastic flessen en vrijwel alle om- en transportverpakkingen. Dat is veel duurder dan nieuw plastic, maar het scheelt meer dan 40% in de CO2-uitstoot. Daarnaast rijden al onze vrachtwagens op biobrandstof. Ook een investering en ik vond het best spannend dat voor te stellen. Als we dat gewoon toch doen, daar word ik in mijn werk wel heel enthousiast van.”
De maatregelen zijn intern noodzakelijk gemaakt om de doelstellingen te behalen. “In 2040 willen we een klimaatneutraal bedrijf zijn. Dan moeten we overal in de keten kijken waar we een verschil kunnen maken. Zo willen we zo snel mogelijk met onze fabriek in Dongen al CO2-neutraal zijn. Dat doen we door onder andere elektrificatie van de hele fabriek en door zeer lokale groene stroom in te kopen. Op de korte termijn zijn dat forse investeringen, maar op de lange termijn geloven we ook dat het uitbetaalt.” Amsterdam heeft nog een toevoeging op de klimaatneutrale doelstellingen. “Als je hoort dat een bedrijf dat zegt, moet je het altijd opvolgen met de vraag of dat klimaatneutraal is voor de productie of voor de hele bedrijfsvoering. De uitstoot van al onze partners is namelijk meer dan 90% van het geheel. Wij kijken naar de hele keten. Dat betekent dat we ook met onze leveranciers in gesprek gaan over hoe zij hun uitstoot kunnen reduceren en hoe onze telers duurzamer kunnen werken.”
Water en gezondheid
Watergebruik is een ander onderwerp waar Amsterdam dagelijks over puzzelt met collega’s uit de fabriek. “Water is ons belangrijkste ingrediënt, dus daar zijn we veel mee bezig en daar willen we ook onze verantwoordelijkheid in nemen. Onze fabriek in Dongen is gebouwd op bronnen die we gebruiken voor de productie. We investeren in projecten van onder andere Natuurmonumenten om de opvang van water in de omgeving te versterken. Daardoor zullen we, op termijn omdat water tijd nodig heeft in de bodem te zakken, weer zoveel bronwater in de omgeving behouden als we eraan onttrekken.”
“We hebben water niet alleen nodig voor de productie van onze dranken, en proberen daar zo bewust mogelijk mee om te gaan. Zo worden onze glazen flesjes gespoeld en dat kost water. Maar dat betekent wel dat ze gemiddeld 27 keer worden gebruikt en dat is in de productie weer de duurzaamste optie van verpakken. Het is altijd zoeken naar de beste balans en naar manieren om terug te geven wat je gebruikt. Dat mijn collega’s en ik de ruimte krijg die uitdagingen aan te pakken en dat de hele organisatie, van hoog tot laag, is doordrongen van het belang maakt dat we samen echt impact kunnen maken.”
Schaken met suiker
Gezondheid is een ander onderwerp waar Coca-Cola vaak op aan wordt gesproken. Het bedrijf loopt daar niet voor weg. Amsterdam: “We weten natuurlijk dat teveel suiker niet gezond is. Daarom innoveren we voortdurend en kunnen we de hoeveelheid suiker in onze producten verlagen, zonder dat het verschil maakt in smaak. Daarnaast hadden we de doelstelling dat 50% van al onze producten in 2025 suikervrij moet zijn. Dat is nu al 48%, dus we liggen op doel op dat streven. We proberen de consument ook zoveel mogelijk te stimuleren om een suikervrij drankje te nemen, zo zijn vrijwel al onze nieuwe introducties suikervrij en minstens driekwart van ons marketingbudget wordt ingezet voor de promotie van suikervrije producten. Dus echt ervoor zorgen dat de suikervrije keuze de makkelijke keuze wordt. Daar doen we ons best voor met nieuwe drankjes en gerichte campagnes. We schaken echt op zoveel mogelijk borden om een verschil te maken voor mens en milieu. We zijn er nog lang niet en ik zie nog heel veel kansen, maar ik ben blij met de impact die ik hier kan maken.”
Benieuwd hoe Coca-Cola verder streeft naar een duurzame wereld? Lees hier meer »