De horecagroep RCE, ofwel Restaurant Company Europe, steekt zijn ambitie niet onder stoelen of banken. Het bedrijf wil toetreden tot de grootste jongens van de vaderlandse restaurantbusiness. Een omzet van 300 miljoen euro medio 2024 is de doelstelling. Zal dat lukken?

We kennen het van multinationals. Ze schotelen hun aandeelhouders vaak verlekkerd fraaie omzet- en winstprognoses voor. Voor de vaderlandse horeca is het een relatief nieuw fenomeen dat er zo nadrukkelijk een financiële stip op de horizon wordt geplaatst. RCE doet het zonder blikken of blozen bij monde van CEO Sandra van Halderen. Met Happy Italy trok RCE, vorig jaar ontstaan uit een fusie van Loetje en Debuut Horeca, onlangs weer een grote vis op het droge om zijn doelstelling een flinke stap verder te brengen.

Pizza en tijdgeest

Het kan toeval zijn. Je kunt ook zeggen dat toeval niet bestaat, maar het gewoon te maken heeft met de tijdgeest. En de geest die momenteel door de horeca waait is onmiskenbaar: schaalvergroting, horeca als big business. Dus nee, in dit licht bekeken is het geen toeval dat twee grote Nederlandse pizzamerken bijna tegelijkertijd van eigenaar veranderen. New York Pizza bereikte over een overname onlangs overeenstemming met het Noorse bedrijf Orkla Foods. Nu komt dus Happy Italy van Rotterdammer Daniël de Blok onder de hoede van RCE, Restaurant Company Europe.

"Twee Nederlandse pizzaformules verkocht in korte tijd, is dat toeval of tijdgeest?"

Happy potentie

Happy Italy, The Fast Italian met 20 restaurants, biedt mogelijkheden voor RCE. Het prijsvechtende pizza- en pastarestaurant heeft nog flinke groeipotenties. In elke middelgrote en grote stad van Nederland ligt er een markt voor deze formule. Zelf stelde De Blok vier jaar geleden: “We kunnen autonoom doorgroeien naar een omzet van 100 miljoen euro.” Hoewel eerder Loetje tot speerpunt van groei werd aangewezen, zou het voor de hand liggen, gezien de kansen van biefstukken versus pizza/pasta, als RCE zijn kaarten nu vol op Happy Italy zet. Bovendien zijn er voor De Bloks geesteskind zeker mogelijkheden buiten onze landsgrenzen.

Broodnodig

Om in 2024 de beoogde omzet te kunnen aantikken, heeft RCE een merk als Happy Italy hard nodig. Het portfolio bestaat nu naast Loetje uit enkele kleinere restaurantformules (Popocatepetl, Stan&Co), maar bevat vooral veel klassieke zelfstandige horecabedrijven in Midden-Nederland en de Randstad. Wel weet RCE zich gesteund door krachtig kapitaal via de investeerdersgroep Waterland Private Equity in Bussum. Deze club, gestart in 1999, heeft tientallen deelnemingen in bedrijven in Noordwest-Europa; in ons land onder meer in casino’s, reisagentschappen en energieaanbieders. In de loop der jaren werd al in 750 bedrijven geïnvesteerd.

"RCE zal vooral autonoom moeten doorgroeien, want zoveel grote vissen zwemmen er niet meer in de vaderlandse horecavijver."

Even wennen

Voor RCE, feitelijk de opvolger van het Utrechtse concern Debuut Horeca (anno 1981), staat de teller nu (afgezien van de coronadip) op ongeveer 150 miljoen euro jaaromzet en 73 vestigingen. RCE is dus zo’n beetje halverwege. Maar toch: 300 miljoen euro aan omzet heb je in Nederland niet zomaar bij elkaar gekocht. Het ontbreekt bovendien aan grote ketens waarmee je een flinke slag in één keer kunt slaan. Tenminste: als je Van der Valk even buiten beschouwing laat. Nee, heel veel grote vissen zijn er voor RCE niet meer. La Place is onder de pannen, een formulehuis als FFC (Kwalitaria) lijkt niet voor de hand te liggen. Blijven als suggesties over: het horecabedrijf van Laurens Meyer (met de nodige Burger Kings), De Beren Holding, La Cubanita en de Dudok Groep.

Kleine visjes

Als het geen van de genoemde bedrijven aan de zegekar weet te binden, zal RCE dus vooral autonoom moeten groeien. Met kleine aankopen, zoals nog méér zelfstandige lokale restaurants, wordt het portfolio warrig en moeilijker te managen. Maar dat er nauwelijks meer grotere horecagroepen voor handen zijn, is niet het enige dat RCE's ambities kan nekken. Er zijn namelijk bovendien volop kapers op de kust. Ook cateraars en andere investeerders tonen zich de laatste tijd kooplustig op de vaderlandse horecamarkt.

Zo’n investeerder is bijvoorbeeld De Schone Zaak van Richard van Leeuwen (The Harbour Club). Deze RCE-concurrent zei onlangs: “De vraag is of dat lieve bistrootje met twintig stoeltjes nog wel bestaansrecht heeft.” Een ander horecatycoon, Laurens Meyer van horecagroep Meyer Beheer, getuigde eerder al van iets soortgelijks: “Alles onder de 1,5 miljoen is niet meer interessant.”

Tikt RCE in 2024 de 300 miljoen euro omzet aan?

In elk geval is het begin veelbelovend: RCE maakt binnen een jaar de helft van zijn ambitie waar. Maar het zal voorwaar nog een hele klus worden om er nóg 150 miljoen euro aan omzet bij te kopen of autonoom bij te realiseren.