Mardi Gras. Fat Tuesday. Vette Dinsdag. Officieel het sluitstuk van een periode van vasten en onthouding. Vasten, het is de oorsprong van carnaval. Carnaval eindigt vandaag om middernacht. Food Inspiration viert op Vette Dinsdag de zegeningen van de vaak verguisde vetten in ons voedingspatroon.
Foto: Prostock-studio
Over vet is veel te doen. Om er van af te komen, geven hele volksstammen zich over aan koude martelwerktuigen in van weeë mensengeur doordrenkte vetsmelterijen. Sportscholen. Daar kun je zwaar hijgend van digitale schermpjes aflezen hoeveel vet je met je potsierlijke worsteling verbrandt. Vroeger wisten we wel beter. Vet is een reserve voor barre tijden. Vet zorgt ervoor dat het lichaam vitaminen opneemt. Sommige medicijnen werken zelfs beter als je ze samen met vet slikt.
Vet vervoert de smaak
Vet is daarnaast een voertuig van smaak. Koks weten dat maar al te goed. Vlees zonder vet is alsof je karton eet. Sommige koks kunnen vet lyrisch voordragen. Een stuk vlees uit de koeling legt zo’n kok met een groots gebaar op de snijplank. Nadat hij met zorg het vetvrij papier openvouwt reciteert de kok in dichterlijke aanbidding: “Is dit mooi of is dit mooi? Een lust voor het oog is een streling voor de tong.” Met het puntje van zijn vlijmscherpe mes wijst hij, of zij natuurlijk, naar de beekjes en riviertjes in de rode lap. “Is dit niet schitterend gemarmerd? Zie je hoe mooi de vetsporen door het vlees lopen?” Mooie vetaders in vlees; het is net een landschap. Vet dat zo is ingebed is intramusculair ('tussenspierlijk'). Het heet gezonder te zijn dan extramusculair ('buitenspierlijk') vet, de vetrandjes die vaak net zo roemloos eindigen als verspild vet in de sportschool.
Vet geeft je kracht
Vet heb je nodig voor de voorziening van essentiële verzuren, vitamine A, D en E. De goede vetten zijn de onverzadigde vetten, want ze verlagen het cholesterolgehalte en verminderen het risico op hart- en vaatziekten. Vet is een waardevolle voedingsbron voor de mens. Indien wij mensen geen vet consumeren, verliezen we op de langere termijn energie, kracht en levenslust. Vetten en oliën zijn onontbeerlijk voor allerlei processen in het lichaam, zoals dus het verkrijgen van vitale vitaminen. Dat gaat zo: vitaminen hechten zich aan het vet en zo worden belangrijke nutriënten opgenomen in het menselijk lichaam. Een mens heeft dus een bepaalde hoeveelheid vetten nodig, niet in de laatste plaats omdat sommige vitaminen alleen in vet oplosbaar zijn.
Vet is bah!
Vet is smerig. Ja, dat hoor vaak zeggen. Je hebt mensen, vrouwen vooral, die de vetrandjes van hun vlees halen. Maar zonder vet zou elke lap vlees een gortdroog smakeloos liflafje zijn. Uit onderzoek onder de burgers van de Vette Staten van Amerika blijkt dan ook: consumenten vinden hamburgers het lekkerst als ze 19 tot 21 procent vet bevatten. Er zijn zelf experts die vet bombardeerden tot de zesde basissmaak. Zoet, zout, bitter en zuur zijn van oudsher de basissmaken. Daar is vijftien jaar geleden umami (hartig) aan toegevoegd. Vet voldoet volgens deskundigen aan alle criteria om de zesde basissmaak te zijn.
Van vet ga je vliegen
Bij dit alles, maakt vet ook nog eens kilometers. Immers: onze auto's rijden deels op biodiesel. Zodat we de CO2-uitstoot verminderen. Is dat goed voor mens en milieu? Mwah. Autobrandstof verdunnen met maïsolie gebeurt op grote schaal. Het legt indirect beslag op immense stukken landbouwgrond. De gevolgen voor de voedselindustrie kunnen dramatisch zijn. Auto's die rijden op vetten; dat heeft zijn schaduwkanten. Beter is: auto’s die tuffen op afgewerkte vetten, vetten en oliën die al zijn gebruikt om de inwendige mens te versterken. Ook dát gebeurt. Voor de luchtvaart wordt zelfs biokerosine gemaakt met afgewerkte olie. Dus: van vet ga je nog vliegen ook!
Ter gelegenheid van Vette Dinsdag putte de auteur uit eerdere publicaties.