Maak kennis met de redactie. Deze week: projectmanager Anna. Over Shanghai, kaas en kamperen.
Anna groeide op in Harmelen, op een kaasboederij. Maar ze houdt niet van kaas. ‘Nee, echt een boerendochter ben ik niet.’ Ze woonde zes maanden in Shanghai, omdat ze eens een heel andere cultuur wilde ervaren. Schaamhap: witte bonen in tomatensaus met appelmoes en soms heel veel chili con carne.
Vorige keer vertelde projectmanager Moniek over het winnen van de LOF-prijs en glamping hiken. Dit keer is het de beurt aan projectmanager Anna (@dewitanna). Ze kocht onlangs een huis in Woerden, is sinds een jaar werkzaam voor Shoot my Food en droomt van de Cookeilanden. 'Met mijn droomman.'
Shanghai?
‘Ja, daar heb ik zes maanden stage gelopen voor mijn studie aan de Hogere Hotelschool. Dat was een unieke ervaring. Ik woonde in het hotel waar ik werkte en had het heel goed. Het is een Metropool, ze noemen het ook wel het New York van Azië. Het is er groot, maar schoon, er leven zo’n 27 miljoen mensen tegelijk, je kunt er lekker eten en je hebt er heel lieve mensen. Een heel interessante cultuur vind ik.’
Ben je deze zomer nog weg geweest?
‘Naar Griekenland, Agios Nikolaos om precies te zijn. Dat is op Kreta, maar dan dus niet Cherso. Daar heb ik samen met een vriendin lekker een week gechilld, gegeten en gedronken, boekjes gelezen. Meer niet, heerlijk.’
Is dat zoals je het liefst vakantie viert?
‘Ja, voor een weekje vind ik dat heerlijk. Als ik langer weg ga, ga ik liever met mijn backpack op stap en gewoon zien waar ik uit kom. Dat heb ik drie weken in Thailand gedaan, voor mijn verblijf in Shanghai, en zou ik nog wel eens willen doen. Bijvoorbeeld naar Vietnam, Cambodja of Indonesië.’
Droombestemming?
‘De Malediven en de Cookeilanden, maar dat bewaar ik voor mijn huwelijksreis, met mijn droomman.’
Kamperen of liever in een hotel?
‘Mij zal je niet zien in een tentje op de camping in Frankrijk. Al zou ik geen nee zeggen tegen een boomhut aan de andere kant van de wereld – is toch ook kamperen. Maar anders kies ik toch liever voor een eigen kamer, met een eigen bedje en een douche waar ik het zand van mijn voeten kan wassen.’
Je woont nu in Woerden, hebt pas geleden een huis gekocht, maar bent opgegroeid op een kaasboerderij.
‘Ja, mijn ouders hebben zo’n negentig koeien en aan huis een eigen kaaswinkeltje. Ze zijn een van de twee boeren in Nederland die de witte meikaas maken, een koosjere, Joodse kaas die lijkt op mozzarella, maar dan een stuk zouter. Gemaakt dus van de Nederlandse melkkoe.’
Maar jij houdt helemaal niet van kaas?
‘Nee, ik ben vroeger allergisch geweest voor koemelk, dus heb het nooit leren eten. En ik ben nog steeds allergisch voor koeien, kan geen tien minuten in de stal zijn. Echt een boerendochter ben ik dus niet, nee.’
Wat eet jij het liefst ’s avonds op de bank bij een goeie film?
‘Chipjes, altijd chipjes. Of toastjes met filet Americain. Ze noemen me op werk ook wel “de saaie eter”. Altijd filet, salami of worst.’
Schaamhap?
‘Witte bonen in tomatensaus, met appelmoes. En heel veel chili con carne, zonder rijst. Het liefst in een kommetje, met een lepel.’
Met muntyoghurt erbij? Dat is lekker.
‘Nee, dat hoort niet. Gewoon puur bonen met gehakt. Echt een feestje.’