Crowdfunding is een gebruikelijke methode geworden in de financiering van foodservicebedrijven. Tech start-ups, restaurants, wijnbedrijven; ze maken er allemaal gebruik van. Het Rotterdamse restaurant A La Plancha koos voor een alternatieve constructie, en maakte buurtbewoners aandeelhouder. “We willen ook een community bouwen.”

A La Plancha startte in 2012 als een evenement van twaalf dagen en groeide uit tot een zomerse pop-up. Het restaurant wilde graag een vaste locatie, en liet het oog vallen op een horecapand in de buurt. De ondernemers gaven aandelen uit met een totale waarde van 280.000 euro. Ze waren binnen 24 uur verkocht.

Community

Mede-initatiefnemer Hans Mosselman: “We hebben het onszelf niet makkelijk gemaakt. Wij bieden een rendement van 5 procent; dat is lager dan de meeste crowdfunding-campagnes.” Voor Mosselman is het financiële aspect maar de helft van het verhaal. De buurtfunctie van het restaurant speelt voor hem een grote rol. Ongeveer de helft van de aandeelhouders komt uit de buurt, het Rotterdamse Noordereiland.

Mosselman wil graag een community bouwen met zijn aandeelhouders: “Veel mensen hebben aan mij gevraagd of ik niet bang ben voor veel commentaar, maar ik probeer de input juist op een goede manier te gebruiken. De aandeelhouders bepalen niet ons dagelijks wisselende menu, maar ik kan ze wel mee laten beslissen over een nieuwe wijnkaart, als een back-up van mijn smaakpalet. Als onze leverancier een zwaardvis aanbiedt, kunnen we in de groep gooien of er genoeg gasten zijn die het zouden bestellen. Het is voor ons ook interessant hoe het gaat lopen, het is nog een beetje experimenteren.”

Mosselman denkt dat dit model ook voor andere bedrijven kan werken. "Ik ben in ieder geval al gebeld door een handvol andere ondernemers die benieuwd waren naar onze ervaring. Daarbij denk ik dat mensen door corona naar meer verband in hun eigen buurt zoeken. Ik vergelijk het met de heisa rond het Amerikaanse Gamestop. Daar wilden fans van het bedrijf invloed hebben, en het niet overlaten aan grote investeerders. Op deze manier kunnen ondernemers en buurtbewoners samen zeggen 'dit vinden we belangrijk, laten we het dan samen oplossen'. Ik denk dat het navolging gaat vinden."