"Spanning bij het ontspannen zorgt voor frustratie en irritatie"

Veel horecabedrijven maken zich op voor een gedeeltelijke heropening per 1 juni. De aangekondigde versoepeling kan rekenen op enthousiasme, maar nu de datum van heropening dichterbij komt, is de vraag of de geestdrift wel gerechtvaardigd is. Een realitycheck is op zijn plek.

Foto: Floris Heuer

Opiniestuk door Hans Steenbergen

Ik som de voorwaarden voor heropening op, met de disclaimer dat de uitwerking de komende dagen en weken nog kan veranderen.

Als het aantal besmettingen niet verontrustend stijgt – want dat is een uitdrukkelijke voorwaarde voor de herstart – dan mogen cafés en restaurants maximaal 30 gasten binnen ontvangen. Let op: dat maximum is ongeacht het aantal vierkante meters vloeroppervlakte, inclusief het aantal medewerkers en met inachtneming van de anderhalvemeter-maatregel.

Ook moet de gast reserveren als hij binnen wil eten of drinken. En er moet vooraf een controlegesprek plaatsvinden om zo veel mogelijk risico's uit te sluiten. Een triage wordt dit genoemd, een begrip uit de medische wereld om kansrijke patiënten te scheiden van mensen die het niet meer gaan redden. Temperatuurmeting aan de deur hoeft nog niet. Over mondkapjes wordt gezwegen omdat die er in Nederland toch onvoldoende zijn.

De verplichting voor gasten om te reserveren geldt ook voor cafés. Dat kan telefonisch of door te checken bij binnenkomst of je er nog in mag. Waar je in restaurants moet zitten, mag je in cafés wel staan aan een statafel of plaats nemen op een barkruk aan de bar. Maar iedereen moet wel anderhalve meter afstand bewaren. Nog niet duidelijk is of er maximaal drie of vier mensen aan een tafel mogen. Er moeten in elk geval gescheiden looproutes zijn zodat je elkaar in de zaak niet kruist.

Voor terrassen geldt dat groepsvorming niet is toegestaan. Nu nog geldt dat iedereen – dus ook familieleden met kinderen – op anderhalve meter van elkaar moeten zitten, wat tamelijk absurd is. Als gasten op het terras naar binnen willen voor een sanitaire stop, moeten ze toestemming vragen aan de bediening om het maximum aantal gasten binnen niet te overschrijden en filevorming bij het toilet te voorkomen.

Afhalen en bezorgen van maaltijden blijft toegestaan. Hotels mogen hun restaurants open stellen ook voor niet-hotelgasten. Met inachtneming van alle maatregelen die van kracht zijn voor de hele horeca. En verder gelden alle verscherpte hygiëne-eisen zoals het regelmatig desinfecteren van deurklinken en andere oppervlakten en het regelmatig handenwassen van gasten en medewerkers.

Verder is de ondernemer verantwoordelijk voor het nakomen van de regels op zijn locatie(s). Hij mag de gast die zich niet aan de regels houdt de toegang ontzeggen of verwijderen. Het is noodzakelijk de regels kenbaar te maken en het eigen toezicht te organiseren. Ook kan de gemeente of politie handhaven, boetes uitdelen of tot sluiting overgaan.

Als je dit zo leest, wat denk je dan?

Zou het niet simpeler zijn om in een ziekenhuis een kop koffie te bestellen? Of vergis ik me en is dit een populistische bewering? Snakken gasten zo naar de horeca dat ze alle ongemak voor lief nemen?

Want er is nog meer. Er gaan ook dingen gebeuren die niet beschreven zijn door de overheid.

Geen sharing meals meer. Geen buffetten meer vanwege het risico op besmetting. Bittergarnituurtje om te delen is een twijfelgeval – alleen als het familie is misschien. Zingen in cafés is te risicovol omdat de kans op besmetting te groot wordt. Dat betekent geen muziek, of alleen behang met lage volumes. Live-muziek is helemaal uit den boze, tenzij het gaat om een strijkkwartet. En meer dan ooit moeten horecaondernemers voorkomen dat gasten in kennelijke staat verkeren: een gecontroleerde ontremming door alcohol – dat heette vroeger plezier – kan leiden tot aanraken en zingen. Dat geldt nu als sociaal onaanvaardbaar gedrag.

Tenzij de lobby vanuit KHN naar de ministeries nog wat meer invloed krijgt, moeten we het hiermee gaan doen.

Welbeschouwd is dit een set grove maatregelen: met een schot hagel worden alle horecabedrijven op de korrel genomen. Maatwerk kan blijkbaar niet. De salvo's zijn bedoeld om groepsvorming te voorkomen en zo het risico op besmetting zo laag mogelijk te houden, een zeer te respecteren uitgangspunt. We moeten voorkomen dat COVID-19 nog meer slachtoffers eist. Maar toch. Moeilijk ondernemen wordt het wel.

Elk bedrijf gaat proberen op zijn manier om binnen de beperkingen die er gelden maximale service te verlenen. Om de cashflow op gang te krijgen. Heel begrijpelijk. Maar het is zeer de vraag of exploitatie binnen de anderhalvemeter-economie haalbaar is voor elk type horecabedrijf. Toprestaurants zeggen voldoende ruimte te hebben om gasten te accommoderen. Hotels hopen op een voorzichtig herstel van logies, vooral van Nederlanders die er in eigen land even tussenuit willen. Cafetaria's blijven rekenen op hun afhaal- en bezorgservice. Zeer moeilijk, zo niet onmogelijk wordt het voor bruine cafés en restaurants zonder terras. Kun je die rendabel exploiteren?

Voor geen enkel bestaand bedrijf wordt het makkelijk. Niet voor niets probeert de Brabantse ondernemer Laurens Meyer de druk op ministeries maximaal op te voeren omdat hij weet dat exploitatie financieel lastig, zo niet onmogelijk wordt. Terecht wijst hij op het verschil in behandeling van de verschillende sectoren: als mensen in een vliegtuig weer op een halve meter van elkaar mogen zitten - met alle risico's van dien – waarom moeten gasten in de horeca dan anderhalve meter afstand houden. Is een meter niet voldoende?

Nog een bottleneck is de extra handhavingstaak van alle nieuwe regels. Het staat haaks op de essentie van horeca. Horeca werkt als een sociaal ventiel. Door uit te gaan raken mensen hun spanningen kwijt die ze opdoen in hun dagelijks leven dat veelal bestaat uit werken en zorgen voor het gezin. Het gehoorzamen aan allerlei beperkende maatregelen geeft gasten een unheimisch gevoel. Voeg daarbij de stress van corona en je krijgt een heel merkwaardige mix van emoties in je zaak en op je terras. Spanning bij het ontspannen zorgt namelijk voor frustratie en irritatie.

Het laatste woord is aan de gast zelf. Is hij in staat zijn angst voor besmetting in te ruilen voor vertrouwen? Kan hij er van op aan dat het horecabedrijf er alles aan doet om zijn veiligheid te waarborgen? Of neemt de ondernemer het niet zo nauw omdat hij met de rug tegen de muur staat en omzet wil draaien? De eerste cijfers uit Wuhan laten het volgende zien. De helft van de inwoners staat er na de lockdown van drie maanden open voor om weer uit eten te gaan. De andere helft kiest het zekere voor het onzekere en blijft thuis.

Mijn conclusie: ik begrijp de opluchting over het feit dat de bedrijfstak per 1 juni van het slot mag. Ik omarm alle krachtige signalen die gaan over het positief denken in kansen. Maar mijn verontrusting over de desastreuze impact van de pandemie op de economische gezondheid van de bedrijfstak is vooralsnog niet minder geworden. In de exploitatiecijfers is idealisme geen aftrekpost.